11

*11* naar inhoudsopgave • 2-4-1945 naar Maastricht: Grote Looierstraat, Oude Kazerne • Mei 1945 Ravensbosch. Klooster Jezuïten, Valkenburg, • September 1945 ‘Kattenbeek, wederom Klooster St. Ignatius College, Valkenburg, • 11 oktober 1945 Vrij! Nijmegen, Palestrinastraat 6! Enkele briefjes Stukje tekst gevonden in het ‘Boevenboek’ over Martha’s indrukken van het Kamp Vught. Misschien gingen hier haar ‘ogen open’? ‘Reeds een tijdje in Vught, nl. 18 dec. Met ons vieren naar Vught gebracht. We vonden het ontzettend. Diep in het bos, barakken. Ja Barak 28-B ‘Schonungsblock’ stond er nog op. Brrr!! Tegenover ons ‘Sanitäts-Abteilung’, Barak 26-B. ………. Vught!!………. Opm. Vrijwel direct na de bevrijding werden de gebouwen van het kamp gebruikt als interneringskamp voor duizenden NSB’ ers en collaborateurs Op één van de briefjes van haar moeder: Beste kind, Moeder denkt aan je dag en nacht. Ik bid ook voor jou dat ik je gezond mag weerzien. Vele kussen, je lief moedertje. (Martha: Nog een briefje dat wel 100x is overgelezen) In een brief van Martha aan het thuisfront vraagt ze: Is de buurt nog hatelijk? Of zijn de verhitte gemoederen bekoeld? [15-9-1945 Het dossier bij het Nationaal Archief Martha is net als duizenden met haar, geïnterneerd geweest, dat hebt u in het bovenstaande gelezen. Er is dus een dossier over haar in het CABR (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging). Uit Collaboratie en Verzet heb ik het volgende kunnen concluderen:: • Martha werd voor het eerst verhoord op 13 feb. 1945. Misschien is haar ziekte periode hier debet aan. In de gevraagde verklaring bevestigde ze haar lidmaatschap van de NJS, maar: ‘Bij de NSB ben ik nooit geweest en van politiek weet ik niets af.’ De ondervrager sloot het proces-verbaal met de verklaring dat ze voorheen niet in de politie archieven voorkwam.[pag. 389] [ 1 • Het onderzoek naar Martha nam nog geen maand in beslag. Er werden slechts enkele getuigen gehoord. Één van die getuigen was een oud-collega: Met Martha was over het geheel genomen goed samen te werken, maar op politiek gebied beschouwde ik haar als gevaarlijk en onbetrouwbaar.’[389/390] • Op 24 juni 1946 werd Martha’s zaak door de zogenaamde ‘tribunaal-rechtbank’ behandeld.. De rechtbank oordeelde dat ‘ze zich had gedragen in strijd met de belangen van het Nederlandse Volk. Bewijsmateriaal vormden de lidmaatschapskaart en een spaarboekje van de NJS en enkele tekeningen. (Niet haar dagboeken!) De NJS had haar aangesproken vanwege de sportactiviteiten. Van collecteren voor de Winterhulp kon ze ze zich de data niet meer herinneren. [391] • Ze besloot haar verklaringen door te zeggen dat ze ‘volkomen van haar verkeerde ideeën was genezen.’ Wel werd ze alsnog ontslagen bij het Directoraat-generaal van Politie te Nijmegen. (Ze werkte inmiddels bij de NMB). Achteraf volgde de veroordeling tot 8 1 De pagina nummers verwijzen naar de desbetreffende pagina’s in het boek Collaboratie en Verzet van Lennert Savenije.

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication