17

Het Participatieproces: fase 2 en 3 Vervolg van vorige pagina. 2e fase In deze fase gaan we beginnen met het beantwoorden van het vraagstuk met alle betrokken. Dat doen we aan de hand van het procesontwerp. Alvorens te starten stem je het proces af met de geïnteresseerden, zodat voor iedereen duidelijk is welke fases doorlopen worden en welke stap er nu komt. Belangrijkste doel is om de dialoog en de ideevorming te stimuleren en faciliteren. (Voor dit onderdeel komt een trainingsaanbod voor medewerkers en een toolkit met hulpmiddelen.) Om te beginnen nodig je mensen uit om mee te denken. Uitnodigen is niet persé iemand naar het gemeentekantoor laten komen, maar figuurlijk uitnodigen door te enthousiasmeren. Het is juist slim om ontmoetingen in de dorpen te organiseren. Daarvoor is het belangrijk de netwerken in beeld te hebben en daarbij aan te sluiten. Je kunt en moet diverse communicatiemiddelen inzetten. Afhankelijk van de omgevingsanalyse kies je voor een geschikte mix van middelen. Vervolgens werk je samen met betrokkenen aan een oplossing voor het vraagstuk. Dit kunnen meerdere scenario’s zijn. Om tot goede besluitvorming te komen zijn diverse werkvormen denkbaar. Een van de mogelijkheden is het werken met ‘geen overwegend bezwaar’. Dit zorgt ervoor dat er een gedragen voorstel ontstaat. Check in deze fase voortdurend de actualiteit. Is iedereen nog aangehaakt? Waak voor ieders belangen, ook die van mensen die niet actief deelnemen. Kom met interventies als de situatie daarom vraagt. Hou niet vast aan eerdere ideeën. Durf te schakelen. Communiceer gedurende deze fase regelmatig met deelnemers, raad, bestuur, organisatie en andere betrokkenen. De oplossing of de scenario’s komen in een voorstel voor het college of de gemeenteraad die er uiteindelijk een besluit over nemen. Wie het besluit neemt moet altijd helder zijn. Deze fase kan kort of langer duren, afhankelijk van de complexiteit en de diversiteit van de belangen. 3e fase Als het voorstel voor het beantwoorden van het vraagstuk uiteindelijk klaar is gaat het voor besluitvorming naar het college en indien nodig naar de gemeenteraad. Het moet in het besluit duidelijk zijn hoe tot dit voorstel is gekomen en hoe de randvoorwaarden zijn toegepast en getoetst. Voor voorstellen die door de gemeenteraad moeten worden besloten volgt op dit moment de BOB-procedure. Dit meer formele proces kan worden geïntegreerd in het participatieproces. Deze aanpak maakt het voor de gemeenteraad mogelijk om van de achterkant van het proces naar de voorkant te komen. Daar geeft de raad richting en kaders mee. Aan het einde toetst de raad of de randvoorwaarden zijn nageleefd. Na besluitvorming wordt het resultaat en de eventuele vervolgstappen teruggekoppeld en wordt het proces met betrokkenen geëvalueerd.

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication