ALGEMEEN het kabel/leidingwerk (van o.a. het digibord) weg te werken en ter vermindering van de op te warmen lucht. Hiermee wordt niet alleen gezorgd voor een te hoog CO2 gehalte, maar sluit je daarbij ook de oorspronkelijk ontworpen ventilatieschachten af. De toepassing van verlaagde plafonds laat o.a. zien dat het gebruik binnen de scholen verandert met daarmee de nodige aanpassingen. Een ander voorbeeld hiervan zijn de werkplekken op de gang: kinderen werken steeds vaker op de gangen waardoor ook deze ruimten verwarmd moeten worden. Oorspronkelijk had Dudok de gangen niet als werkplek ontworpen, maar als de zogenaamde aangrenzend onverwarmde ruimte, welke dient als thermische buffer. Door goed te kijken naar het oorspronkelijke ontwerp en de gebruiksgedachte zou je dit soort problemen kunnen oplossen of zelfs voorkomen. Irritaties en zorgen van scholen m.b.t. de schoolgebouwen liggen bij schoolpleinen (wateroverlast en hangjongeren), slecht geventileerde gymzalen en slecht of niet werkend hangen sluitwerk van kozijnen en bovenlichten. Ook geven scholen aan een fulltime conciërge nodig te hebben. Ten opzichte van het onderzoek uit 2010 is er wat betreft de conciërges al veel verbeterd: waar eerder conciërges wegbezuinigd werden zijn er nu op bijna elke basisschool weer (gedeelde) conciërges aanwezig. Wat bij de evaluatie van de zes scholen van het onderzoek uit 2010 naar voren kwam was het probleem van het zogenaamde Hilversumse scholencarrousel: om de zoveel jaar wisselen de scholen van pand. Hierdoor ontstaat er een gebrek aan continuïteit. Veel verhuizingen leiden ertoe dat er kennis verloren gaat; vaak wisten scholen niet eens dat er een duurzaamheidsadvies voor het gebouw was opgesteld. Daarnaast zorgt de relatieve korte tijd dat scholen in een gebouw zitten ervoor dat de lange termijn duurzaamheidsmaatregelen voor scholen minder aantrekkelijk worden. Opmerkelijk was dat er bij meerdere scholen de geadviseerde duurzame installaties wel toegepast waren, maar die vervolgens niet goed werken (PV-panelen niet aangesloten, ventilatiesystemen niet in gebruik, radiatorknoppen verkeerd ingesteld). Vaak is de grondslag hiervan een slechte communicatie, maar het benadrukt ook het belang van een goede conciërge: veel leerkrachten hebben vaak weinig kennis over de inregeling van installaties en het nodige onderhoud aan het pand. Doorvoeren adviesmaatregelen Na de gebouwopname worden er voor de geïnventariseerde situaties mogelijke oplossingen geschetst. Duurzame monumentenzorg is echter maatwerk waardoor het resultaat niet leidt tot een standaard maatregelenpakket, maar juist tot een breed palet aan oplossingen. Per school wordt er vervolgens een passende oplossing gezocht, wat zich uit in een onderbouwde en uitgewerkte lijst aan maatregelen om het binnenklimaat te verbeteren en het energieverbruik te reduceren zonder dat de monumentale waarde van de scholen wordt aangetast. Voor de elf scholen is er met behulp van het ‘DuMoDUURZAAM BOUWEN IN HET OOSTEN 49
50 Online Touch Home