PLANTEN ZONNEHOED Er komen zoveel nieuwe cultivars van Echinacea op de markt, dat je bijna zou vergeten dat er ook nog oorspronkelijke Echinacea-soorten bestaan. Tuinontwerper Eduard van Koolwijk experimenteert er graag mee. ’Het zijn prachtige borderplanten, die je bovendien zelf kunt zaaien.’ D e plantengroep van de echinacea’s is enorm in beweging. Bijna jaarlijks verschijnen er nieuwe cultivars in de meest uiteenlopende kleuren: van donkerroze tot dieprood en van oranje tot groen, wit, geel en een scala aan tussentinten. Helaas zijn ze lang niet allemaal een lang leven beschoren; sommige verdwijnen even plotseling als ze verschenen. Niet gezond genoeg, een stagnerende groei, moeilijk te kweken of onvoldoende winterhard. Slechts een klein deel blijft overeind en vormt een verrijking van het sortiment. Tussen al die nieuwigheden verdwijnen de oorspronkelijke, ’wilde’ Echinacea-soorten wat naar de achtergrond. Met uitzondering van Echinacea purpurea worden de meeste maar op bescheiden schaal gekweekt. Geneeskrachtig Echinacea is een geneeskrachtige plant. Dat geldt niet alleen voor E. purpurea en z’n cultivars, maar ook voor de wilde smalbladige soorten. Die hebben dikkere wortels, waarvan je heel goed een tinctuur kunt trekken. Bovendien zijn het óók waardevolle borderplanten. Zo werd ik bijvoorbeeld verrast door de elegante verschijning van Echinacea pallida. De bloemen op de hoge, wat stijve stengels wringen zich bijna letterlijk in allerlei bochten om de aandacht vast te houden. In het begin zijn de lange, afhangende lintbloempjes heel zachtroze, zelfs bijna wit; later verkleuren ze naar lila en paars. Eerst horizontaal afstaand, vallen ze na verloop van tijd in een draaiende beweging langs de stengel omlaag, als zomerjurkjes opwaaiend in de wind. Hebberig geworden, ben ik gaan zoeken naar andere soorten, zoals de geelbloeiende Echinacea paradoxa, E. tennesseensis en de eveneens smalbladige Echinacea angustifolia. Samen met Echinacea purpurea plantte ik er een hele kweekborder mee vol. Ertussenin zaaide ik wat blauwe en roze eenjarige riddersporen - die bloeien eindeloos lang - en eenjarige klaprozen, aangevuld met een handvol breedwerpig uitgestrooid zaad van dille. Echinacea pallida heeft wit stuifmeel. Eduard van Koolwijk Eduard van Koolwijk werkt als tuinontwerper en is daarnaaast kruidengeneeskundige en fotograaf. Op de biologische kwekerij van Gertrude en Jan van Houtum in Doorn (www.kwekerijvanhoutum.nl) runde hij enkele jaren een tuin met een breed assortiment geneeskrachtige kruiden. Hier experimenteerde hij ook met echinacea’s voor het maken van tincturen. G R O E I&BL O E I– N O V EMBER / D E C EMBER –2017 55
28 Online Touch Home