31

31 Uit de oude doos De toren van Surhuizum O oude grijze klokketoren met je stoere sterke lijn, met je lang, heel lang verleden, ’k wil even in gedachten bij je zijn! O kon je mij maar eens vertelle hoe lang je daar al staat. Wie was van jou toch wel de maker, en gaf je deze vorm en maat? Veel eeuwen heb je getrotseerd, veel storm en regenvlagen wederstaan, oorlogen, rampspoed, alles heb je overleefd, ’t is alles langs je heengegaan. Geslachten liggen aan je voet begraven, veel leed, veel tranen weden daar gespreid, dit alles ging voorbij je langs je muren, in die lange, lange tijd! Je bronzen stem verkondigt allerwege: O mens, gedenk, hoe kort is ’t leven. Geef acht op alles wat maar dienen kan om uw Schepper eer te geven. Ook al staat ge aan het open graf, en vraagt Hij weder wat Hij gaf.Hij weet ’t beste wat Hij doet, na het zure geeft Hij ’t zoet. Maar ook vreugdestonden, klanken uit je bronzen mond, bij vrolijk feest van vreed’ en blijdschap, strooide je je blijde klanken in het rond. Blijf nog lang je taak vervullen in het oude Friese land. Roep nog lang het kerkvolk samen en versterk alzo de band die hen samenbindt die gelooft, en met vreugde ’t Woord gaat horen. Dit was en is nog steeds je mooiste taak, o oude grijze klokketoren! Jelle de Vries Dit gedicht is geschreven door oud-Surhuizumer Ette Jan van Halen. Van Halen was leraar in Drachten.

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication