41 Uit de oude doos Tweede Wereldoorlog In de Tweede Wereldoorlog, op 27 juni 1942, stort in de Mieden vlakbij Kortwoude een bommenwerper neer. Op die dag komen 250 bommenwerpers terug van een bombardement op Bremen. Boven Surhuizum wordt een twee-motorige bommenwerper door een Messerschmidt, gevlogen door de nachtvlieger Oberfeldwebel Karl-Heinz Scherfling, aangevallen waarbij één van de motoren en een vleugel in brand worden geschoten. Het vliegtuig stort in Kortwoude neer. Twee van de vijf bemanningsleden, Lars en Tilly, worden eruit geslingerd, maar blijven ongedeerd. Ze worden later gearresteerd en naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland overgebracht. De anderen zijn gewond; Hooper en West zijn er erg aan toe, boordschu�er Griffith hee� zijn been gebroken. De drie gewonden worden naar het Lu�waffe-lazaret in Amsterdam overgebracht. Na herstel worden ook zij naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland gestuurd. Alle vijf bemanningsleden overleven de oorlog. Karl-Heinz Scherfling stort bij zijn 33ste luchtgevecht in de nacht van 20 op 21 juli 1944 neer en vindt de dood. In 1943 stort weer een bommenwerper van de Geallieerden neer. Op 28 juli 1943 stort de Amerikaanse bommenwerper Sky Queen neer in de weilanden op de grens van Kortwoude en Opende. Van de elf bemanningsleden vinden er negen de dood. De twee overlevenden, Adams en Pero�, worden eerst in het ziekenhuis van Leeuwarden verpleegd, daarna worden ze naar een krijgsgevangenkamp bij München overgebracht, waar ze aan het eind van de oorlog bevrijd worden. Overgenomen uit ‘Achtkarspelen, mensen door de tijd’. Jelle de Vries
42 Online Touch Home