37

Tekst: Annet Schoorlemmer Hoe de kabouters in Natuurlijk Heidepark kwamen Heel lang geleden was er op het allerhoogste punt van De Lemelerberg een kabouterdorp. Daar woonden een paar kabouterfamilies met elkaar. Ze waren vanuit het hele hoge noorden hierheen gekomen. Het was een erg lang reis geweest maar hier hadden ze een fijne plek gevonden met een mooi uitzicht over de omgeving. Ze konden alle kanten uitkijken. Ook konden ze zo zien of er gevaar voor ze was. In de zomer was het er vaak wel heel erg warm want de zon scheen pal bovenop de top. En in de winter als het heel hard waaide, heel erg sneeuwde of vroor dan was het daar niet echt fijn. Maar ze waren er wel gelukkig. Op een avond zat de oudste kabouter nog even naar de zonsondergang te kijken voor zijn huisje. Plotseling kwam er een heel mooi blauw elfje aanvliegen. Ze ging naast de oudste kabouter zitten en vertelde hem dat ze gehoord had dat ze helemaal uit het hoge noorden hier op de top van de berg waren komen wonen. Maar dat het er in de zomer vaak veel te heet was en in de winter te koud. Ik weet een veel mooiere plek voor jullie, zei ze. En namens de elfjes en dieren die daar wonen kom ik jullie vragen of jullie niet willen verhuizen. Het is wel een eindje hier vandaan, maar jullie zullen je daar zeker prettiger voelen. Als jullie dat willen zal ik de weg wijzen om daar te komen. Het is bij een hele mooie grote vijver, die ook wel door de mensen als zwembad gebruikt wordt. Maar daar merken wij niet veel van, want overdag slapen we en ’s avonds zijn de mensen weg. Het heet Natuurlijk Heidepark en is hier ongeveer 6 kilometer vandaan. Er is plek genoeg voor jullie aan de zijkanten van de vijver. De oudste kabouter was helemaal verbaasd en zei dat hij het graag met zijn groep wilde overleggen. Hij floot op een speciaal fluitje en riep alle kabouters bij elkaar. Elfje Belle (zo heette ze) vertelde het verhaal nog een keer. Alle kabouters keken elkaar aan en werden heel erg blij. Dat wilden ze wel. En ze maakten plannen hoe ze het beste konden vertrekken naar die nieuwe plek. Zo gezegd zo gedaan. In het voorjaar pakten ze hun spulletjes in en vertrokken ze. Onderweg moesten ze wel een paar keer overnachten. Dat deden ze dan voorzichtig in de bermen. Bij het zwembad aangekomen keken ze hun ogen uit. Ze werden welkom geheten door een groepje elfjes, waar Belle ook bij was. En door de dieren uit de omgeving: konijntjes, lieveheersbeestjes, spinnen, torretjes, egeltjes, muisjes, vogeltjes en eekhoorntjes. Het was een heel warm welkom. Ook de vissen sprongen een paar keer boven water om ze welkom te heten. De kabouters konden meteen huisjes maken om in te wonen. Ze vonden het er heerlijk. Van de mensen die er zwommen hadden ze geen last, want die konden hen niet zien. Op een dag kwam er groep mensen aan en die begonnen een hele grote paddenstoel te bouwen. Rood met witte stippen. En ze bouwden nog meer. Een heel groot kabouterdorp. Ze maakten ook een groot springkussen: rood met witte stippen. Vol verbazing zagen de kabouters, elfjes en alle dieren dat gebeuren. Prachtig wat er allemaal kwam te staan. Toen alles klaar was zagen ze daar kinderen met hun ouders wandelen en allerlei raadsels oplossen. De kabouters keken stiekem vanuit hun huisjes wat er gebeurde. Als het ’s avonds rustig was gingen de kabouters, elfjes en sommige dieren in dat grote kabouterdorp rondkijken. De kleine kaboutertjes konden er heerlijk spelen en ze gebruikten het springkussen als glijbaan. En zo leven de kaboutertjes heerlijk aan de rand van Natuurlijk Heidepark. Misschien als je ’s avonds eens heel goed kijkt kun je ze zien.

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication