door de slagerij om de hoek. Vele miljoenen dieren leven in de holocaust en geen kip die er om kraait. De mens leeft rustig door, eten, drinken, snoepen, plezier maken, filmpje kijken, feestje bouwen, en ga zo maar door. De mens leeft langs alles heen, ook langs Auschwitz. 'Ja, Auschwitz bestaat niet meer,' zeggen ze dan. En zo worden ze zelf gefokt voor Auschwitz, want als je zwijgt als je medeschepsel wordt onderdrukt, dan zul jij de volgende zijn die zal worden onderdrukt. Maar voor een mens telt de eeuwigheid niet. Door een vreemde ziekte in de hersenen draait bij de mens alles om het hier en nu. Graag een slokje op, eventjes in het spiegeltje kijken of de haartjes wel allemaal goed zitten, want wat zal de buurman of de buurvrouw zeggen als mijn stropdasje scheef staat. Ook dat even in orde maken. Oh help, een vlekje hier, een vlekje daar. Oh help, daar ligt een pluisje op de grond. Paniek, paniek. De mens heeft het er maar druk mee. Nog even wat cement pleuren in de bekken van de kinderen, en ze nog even bedreigen met hel en verdoemenis als ze niet in sinterklaas geloven, nog even snel een stukje ham, een stukje worst, gooi die bekken maar weer vol, zodat ze goede kankerpatienten zullen worden. Allemaal goed voor de medische industrie. Ja, want die moeten ook verdienen. Lekker allemaal troep verkopen wat toch niet werkt, en wat het alleen maar erger maakt, liefs ook psychisch, want dan kan de psychiater er ook aan sleutelen en z'n dikke boterham verdienen. Tjonge, wat is het leven toch mooi. Nou, een beetje plat praten, geen zorgen voor de dag van morgen. Lekker bourgondisch leven. Muziekje erbij, laag raam bij het toilet, kan iedereen het zien. Laten ze zich maar lekker ergeren. Goed voor de industrie.' De mens probeert alles goed te praten. Bij lieve ouders opgegroeid. Nee, in gevangenschap bij demonen van groot bedrog zul je bedoelen. 'Wat ? Ach nee, die bestaan niet. En Auschwitz is verleden tijd. De oorlog is over. Lang leve de lol. Pak een biertje, en zeur niet. Niet zeuren, maar zoepen. La la la la la. Wat is het leven toch mooi. Na mij de zondvloed. Kan mij het schelen. Ik leef nu. Het gaat om het nu. Wat later komt zal mij worst wezen. Dan ben ik er toch niet meer.' Vandaag de dag gaat het niet zozeer alleen maar om het kruis te dragen, maar ook Auschwitz te dragen. Dat mag duidelijk zijn. Maar waarom drukt dit zo op de aarde ? Och, ziet u, de mens heeft geen zicht op het hogere. Het hogere valt van hoog naar beneden tot de mens, en dan is het inmiddels geheel verbogen. Hitler zei eens tot mij in een droom : 'Ik heb me vergist.' Hij had het allemaal verkeerd geinterpreteerd. Wat geestelijk was had geestelijk moeten blijven, maar hij had het verletterlijkt. Het superras vervolgde alle lagere rassen, met name de Joden. Dat was in hun ogen zo. Hij had alle filosofie van Nietzsche over de hogere mens lopen verdraaien. Maar wat drukt ? Er drukt nog wat achter Auschwitz en Dagau. Het zijn planeten. Het zijn systemen. Het laat de mens niet eten en niet wassen, en dat is iets geestelijk, want het ego heeft overgegeten en overgewassen. Het zijn amazone planeten die door allerlei gallactische lenzen heen verdraaid en verletterlijkt werden. Ineens stonden daar de nazi's, een heel vervormd beeld. Het is als naar de kermis gaan en alles door lachspiegels te zien, alhoewel het niets om te lachen was. Het was om te huilen. Oorspronkelijk waren er hele hoge filosofische principes, waar Nietzsche en Darwin het ook over hadden, over het lagere massa ego wat moest sterven, en over hoe de natuur de mensheid zou overweldigen. Nietzsche waarschuwde al voor het Duitse gevaar, en alles wat hij profeteerde is uitgekomen. Wat zie je dan oorspronkelijk staan, voordat het hele filosofische idee finaal verknald werd door idioten ? Je ziet een weelderige natuur op die planeten, grote planeten, waar de aarde vele malen in kan. Het zijn grotendeels natuurplaneten met veel oerwoud. Er zijn daar de grote natuurvrouwen, veel groter dan mannen. Ze zijn deels of geheel naakt, met grote borsten, niet als lustobject, maar ze dragen een melk, een zaad. Wie het in z'n stomme hoofd durft te halen om zomaar naar die natuurvrouwen te kijken komt om. Je kunt er niet zomaar naar kijken. Als je bijvoorbeeld leest over dat wezen wat Mozes tegenkwam op de berg, waar hij niet naar mocht kijken, anders zou hij sterven, dan gaat het over deze buitenaardse wezens, natuurvrouwen. Wel mocht hij hen van achteren zien. (Ex. 33)
1022 Online Touch Home