perzen. De bilha beschrijft ook nog de amalekitische ballingschap. Zij stammen af van Ezau, de harige wildernisman. Omdat de islam ismael noemt als haar fundament is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de jeremiaitische ismael en de hananjaitische ismael. De mens dient zich ernstig uit te strekken naar het heilige vreemde, om zo in heilige tongen te spreken. Ik kom tot u, oh heilige vreemde, Ik ontvang u. Ik kom hongerend tot u, minderend, en geduldig. Ik ontvang u en aanvaard uw juk. Wees welkom in mijn leven. Kom, oh heilige vreemde, En was mij schoon. De mens moet terugkeren tot de oerrivier van het vreemde. Kakia is als een vis in de zee. Zij bewaakt de natuursappen. Zij geeft de mens haar giftige sappen. De mens is verkocht. De mens is geestelijk invalide geraakt door de mobiel in zijn hart te nemen, het sociale controle systeem, in plaats van het heilige vreemde. De mens is de vijand van de natuur. De auto is voor de mens als een heilige koe. Dit zijn twee systemen waardoor Kakia de mens uit de natuur trok. Nu ligt de mens aan kakiaitische kunstmatige beademing. De mens is al dood. De mens heeft de tongen van Kakia in het hoofd, die telkens tot haar bidden. De mens ziet het niet. De mens dient de vreemde tongen te ontvangen, het heilige vreemde, om uit de klauwen van kakia, de zielvretende vis, te ontkomen. Zij kan hiervoor in vele andere gedaantes komen om de mens weer terug te lokken en te verleiden. Ook gaan er vele alarms af. De auto-industrie is zo'n alarm systeem. De mens wordt direct teruggetoeterd. Het is een slaven schakel systeem in de diepte van het hart van de mens. Hoe kun je dit schakel systeem ontlopen ? Leer groen te denken, leer vreemd te denken. Je bent vindingrijk genoeg. Er zijn genoeg alternatieven. Wordt een uitvinder. Bedenk betere manieren. Wees Kakia te slim af. Zo slim is ze echt niet. De mens is alleen verschrikkelijk dom. De mens denkt dat hij in luilekkerland terecht is gekomen. Dat alle dingen om hem heen er zijn om van het leven te kunnen genieten, om handig gebruik te kunnen maken van het leven, maar de mens is ten dode gedoemd. De mens wordt opgebakken. De mens is omringd door gulzige kannibalen. De kannibalen lachen wanneer de mens zich tevergeefs blij maakt over alle speledingetjes om hen heen. De mens is in de val gelokt, heeft het aas aangenomen. Sluwe demonen zijn op de mens afgezonden om de mens te bespelen. Alleen de natuurshamanen zullen ontkomen. Alleen de eenling zal ontkomen. De tongen van Kakia jagen door het hart van de mens. Ze zijn vol van roddel en vooroordeel, omdat ze niet de tijd nemen om dingen eerst te onderzoeken. Met roddel bidden ze tot Kakia en aanbidden haar. De mens is zo verworden tot een flutromannetje. Snel verschijnt er een grijns of brede glimlach op hun gezicht als ze door Kakia worden betutteld, door het stadse model, als ze van haar valse complimentjes krijgen. Dan voelen ze zich heel wat. Maar het zijn lammeren die tot de slacht worden geleid. Kakia is een heksengodin. Zij heeft haar eigen religieuze systeem opgezet. Door de
1127 Online Touch Home