omgedraaid. In de stad is vertrouwen een deugd. Het nomadische aspect komt ook weer terug in de malak, de engelen in het Hebreeuws, wat ook weer verbonden is aan de grote voeten van Amalek, mlk, en Maleachi, Malak in het Hebreeuws, mlk. In hoofdstuk 1 wordt al gesteld dat het offer volkomen moet zijn. De mens mag niet met een half offer komen. Maleachi bestraft ook de mens die niet voldoende mindert. Verder bespreekt hij de huwelijks-ethiek. Als de kerk dan psalm 150 zingt over het loven van God, dan moeten we beseffen dat het ware offeren en ware loven het minderen betekent, en geen lippendienst is. Daarom vraagt God om stilte en gehoorzaamheid als het om het offeren gaat. Het is dus iets symbolisch. Uiteindelijk leidt het minderen door het geduld tot het vreemde, wat een heilige driehoek is in het amazonisme, in de aretaitische filosofie. Hierin wordt de mens waarlijk wedergeboren en wederopgevoed. Het vreemde kan ons dan bewaken tegen het vertrouwde. Bij de Egyptenaren draaide alles om de ba, de ziel, en de ka, het geestelijke. De ba is de vermindering, de voet, de diepte, die dan overgaat in de ka, de verandering, het contact maken met de onderwereld, het vreemde. Daar was alles op gebaseerd. Zonder de ba en de ka was er geen contact mogelijk met god(in). Ka-ba oftewel Geb, de aarde, was dan de schakel, en iedere dode of nachtnomade keerde hier tot terug. Alles draaide in Egypte om de Kebu, om Geb, de ark. Dit hield het geestelijke namelijk in leven, door het nomadische, waarvan de ark, ook als boot, een beeld was. Het directe was gevaarlijk. De natuur ging haar eigen weg. Geb werd ook Seb genoemd, als sa-ba, de kennis van de diepte. Sa was altijd met Re in de onderwereld om hem te onderwijzen en om de wachters aan te spreken. Seb is dus ook de kennis van het minderen. Een vorm van Seb is sebek, de oerkrokodil van de exegese, een demonologisch principe, want hij stond ook voor de militaire macht van de farao. Ook is sebek een beeld van de ark of de wachter van de ark. Hij beschermde de doden en waakte over hun wedergeboorte. Toen aser in stukken was gescheurd hielp sebek mee in het verbinden van de verschillende delen. Sebek, ook in sommige vormen rebek (vgl. rebekkah, bekkah, mekka), is een beeld van het vreemde waar de verloren delen van de mens zich bevinden, het vergetene, het verbannene. Het namiddag gebed van de islam, het aser gebed, is het gebed van vermindering, wat leidt tot het avondgebed van geduld, de maghreb, of ma-geb, wat ook staat voor Noord-Afrika, en wat in de Egyptologie : de wet van geb betekent, en van het vreemde, wat dus geduld is. Zo komt de mens tot het middag gebed, het zuhr gebed (vgl. zuwr, het vreemde, hebreeuws). Re-bek gaat dus over de kruizing tussen re en sebek. Dit wordt in de egyptologie ook het rmmysterie genoemd (rema, de wet van re). In het Grieks komt de rema als het gesproken, profetische, woord, van rheo, uitgieten. Jezus sprak dat de mens niet alleen van brood moest leven, maar ook van rhema, rm, als het woord van god, yah-rhema, oftewel Jeremia. Romeinen 10:17 noemt "rhema" als de brenger van het horen. Het is de inspiratie. De Griekse rm, rhema, het profetische woord, het woord als orakel, komt dus van rheo, gieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging. Juist ook door die emanatie ontstaat er afzondering. Als de mens een profetisch woord ontvangt,
1132 Online Touch Home