dan wordt er dus zelfs bij ontmoeting eerst geduld vereist. We moeten dus tot Pniël gaan om een worsteling met het vreemde te hebben, en ons niet zomaar aan het vreemde over te geven. Het vreemde kan alleen maar verkregen worden door het minderen en het geduld, door het testen dus. Hiertoe moet de mens dus veel onderzoek doen. Hij kan niet komen waar je bent, Vriend, ik zou niet tot je liegen, Ik weet dat je ook met dit trauma vecht, Het is een oorlogs-trauma, Ik was daar, en ik zag je (1:9) Van dit toets-gevecht op Pniël zullen we ongetwijfeld een soort oorlogstrauma aan over houden. Het vreemde zal ons eerst zwaar verwonden, opdat wij gevoelig worden voor haar, net zoals Jakob verwond werd, zelfs kreupel. Zij moet dit wel doen om ons los te maken van de stadse conditionering. Anders zouden we verloren zijn. Het is dus een noodzakelijk kwaad. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn (1:10) De Vur bespreekt het bloemen mysterie, wat al begint in het eerste boek, al in het eerste vers. De bloem, oftewel de blm, is in de cryptosofie wijzende op Bileam, blm, oftewel het mysterie van het dualisme en het transformatie vermogen in de wildernis. Dit is waar de Mozaïsche slang in de wildernis uiteindelijk naartoe leidde. Vers 10 laat zien dat we er niet zomaar op los moeten leven. Niet zomaar als halve gekken moeten gaan zaaien, niet roekeloos zijn in sexualiteit, want dat is stads. Wekt de liefde niet op voordat het haar behaagt, zegt Hooglied. Het zaad is een natuurlijk proces van bloemen die vanzelf honing voortbrengen, en het zal ons door de bossen heenleiden, door de natuur, als we het niet voortijdig verspillen, en we moeten de bloemen volgen tot het water. In het water ligt een groot mysterie verborgen. Dat ze er maar één keer zullen zijn wil zeggen dat we soms niet eens meer hoeven te wachten, maar dat het al gebeurd is, dat het ergens in de geschiedenis ligt, als een bepaalde herinnering die we nodig hebben als sleutel, en die herinnering bestaat uit vele lagen, als een waterige sleutel. 11. Het schip was belast met deze tragedie, Toen het donkerder werd stierf de kapitein, In de dieptes van de nacht, Het veranderde hun zicht op de wereld en de woeste zee, Het veranderde de manier waarop zij de tragedie behandelden Juist omdat het iets van de herinneringen is is het tragisch, want dat betekent dat we het verloren hebben, maar de vrouw moest sterven, de vrouw moest weggaan. De vrouw is het beeld van het verleden, en de mens komt tot de vreemde vrouw door er een andere kijk op te krijgen. Dat is het werk van de mestkever, die zijn eitjes legt in de puinhopen van het verleden, in de mest, om het zo vruchtbaar te maken. 21. De geschiedenis steekt, Ik kan niet over deze berg komen, Maar in mijn dromen kan ik het
1135 Online Touch Home