1144

Hoofdstuk 18. De symboliek van de islamitische maanden Ismael werd verbannen uit zijn eigen familie en religie tot diep in de wildernis, waar hij uiteindelijk tot Bakkah kwam (de oudere naam voor Mekka), in een vreemd land. Ismael brak met het oude vertrouwde en het bekende om tot het heilige vreemde te komen, en bouwde samen met Abraham uiteindelijk de Kaaba in Mekka. Deze verbanning tot de wildernis ging verder dan alleen maar het Jezus plaatje. Vandaar dat Ismael een belangrijk natuur-verlengstuk is, waar ook de islam uiteindelijk uit voort is gekomen. Ismael is de link terug tot de natuur. Muharram is de eerste maand van de islamitische kalender. Op de tiende dag wordt het Ashura feest gevierd, de dag waarop Israel tot de wildernis kwam in de exodus. Dat is voor de islam de ware verzoening, terwijl de christenen zeggen dat je tot Jezus moet komen, en de joden hebben hun grote verzoendag. In diepte gaat dit allemaal om hetzelfde. Op de grote verzoendag, op yom kippur, gaat de hogepriester tot de tabernakel, oftewel komt de mens terug tot de soberheid van het leven in de tenten in de wildernis, zoals ook het volk Israel in de exodus. Dat is dus een heel Ismaelitisch principe van Ismael die tot de wildernis werd gezonden. De maand Muharram betekent het verbodene, omdat het in deze maand verboden is oorlog te voeren. De Israelieten mochten niet strijden, maar moesten de wildernis in vluchten, terug tot de natuur, om zo tot de wildernis tenten te gaan, om tabernakeldienst te verrichten, wat symbolisch is voor het horen en gehoorzamen van de gnosis. De mens mocht dus niet strijden, maar moest belijden, zichzelf disciplineren in de natuur, kennis innemen. Daarom moesten Adam en Eva tot de Assur boom komen, de boom van kennis, wat ook de verboden boom werd genoemd in de zin dat het een gebruiksaanwijzing had voordat je ervan kon nemen. Het had voorwaarden en principes. Er zijn dus voorbereidingen om tot de boom van kennis te gaan. De tweede maand is de maand Safar, waarin de tenten leeg staan en de mens de natuur ingaat om daar te leren. De oorlog, oftewel de demonologie, wordt weer geleerd, na het vluchten. Door de maanden heen loopt het door de ramadan, de negende maand van het vasten, het minderen en hongeren door tot de tiende maand, de shawwal maand, van de logistiek, het brengen van alles tot de juiste plaats. De logistiek kan dus alleen geleerd worden door het vasten. Als de ramadan eindigt, oftewel vrucht draagt, dan gebeurt dat op de eerste dag van de shawwal, op het eid-al fitr feest. Men mag dit feest niet binnengaan zonder eerst een speciale zakaat al fitr betaald te hebben, een speciale gift aan de armen voordat het vasten van de ramadan wordt beeindigd. Demonologisch gezien is dat de ware zaadlozing van de man die op zijn tijd van vasten zijn hoogtepunt hierin bereikt, symbolisch en filosofisch besproken, wat ook de basis is voor de logistieke sexuologie van de gnosis. Het zijn heilige wetten waarmee dus niet gerommeld mag worden. Pas nadat de speciale armengift is gegeven mag men gaan tot de eid gebeden op het feest van de eerste dag van de shawwal om zo de ramadan te beeindigen, te volbrengen. Zo maakt men het geduld volkomen. Het zijn diep doordachte tradities waar de mens exegetisch mee om mag gaan. Dit traject van de islamitische maanden gaat ook door de zevende maand, de Rajab, de maand van de ontwapening en de heilige vreze, wat de maand is waarin de nachttocht van Mohammed plaatsvond, van Bakkah tot Jerusalem, en toen tot de hemel. Dit is dus ook een maand van grote profetische inspiratie, als de mens zijn wapens aflegt. De heilige vreze is het begin van de wijsheid en de kennis. Dit is dus een oorlogsvasten, opdat men geestelijke tochten kan maken, nomadisch kan leven. Soms moet men dingen achterlaten in plaats van er nog voor te strijden. Het is dan tijd om naar een ander gebied te gaan. Het is dus ook een maand van de nacht, en toen deze maand tot

1145 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication