1220

is als het staren naar een bloem, een lelie. Zoals de Vur dichtend zeg : 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom 6. Ik wacht op het schip. Neem me op, neem me mee met jou, Naar een plaats van witte sneeuw en dauw, Ik wacht op het schip, Langs satijnen voorhangsels (1:3-6) Er zijn allemaal parallelle realiteiten die langs elkaar heenlopen waarin deze dingen duidelijk worden. Waarom gaan we door dingen heen in ons leven ? Er moet net even iets anders tegenaan gekeken worden. Daarvoor is er het verhaal van de torens, dat de mens in een eindeloze toren is geboren, en dan hoger kan komen tot nieuwe realiteiten, maar toch is het binnen een bepaalde realiteit, en dan is er een overstroming en dan mag de mens tot een geheel nieuwe toren zwemmen die net even iets anders is : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen De mens mag leven vanuit dit boek, de lijnen van de verschillende parallellen voor zich hebben, om zo nu en dan te kunnen overschakelen naar andere lijnen, net zoals het spelen van een harp. Dat wil dus niet zeggen dat een bepaalde realiteit waar we vandaan komen onbelangrijk is of was. Neen. Integendeel. In de parallelle realiteit die ernaast ligt zal het zich juist verduidelijken en zal het uitgroeien tot een wonderbare sleutel in ons leven. Ik kan me ontzettend druk maken over lauwe mensen die maar door blijven zondigen, die niet radicaal zijn en dan toch durven te beweren dat ze beter zijn dan andere mensen op hele oppervlakkige grondslag, en dan echt gemene dingen zeggen tegen anderen, wat ook vaak in de kerken gebeurt, en dan allemaal maar liegen en roddelen de hele tijd door, zo hypocriet. Het is daar vaak nog erger dan de niet-kerkelijke stad. Het orthodoxe, en

1221 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication