1227

Calvijn stelt dat de daadwerkelijke wedergeboorte alleen bestemd is voor de uitverkorenen, oftewel de enkelingen, de eenlingen, die zich totaal van de zondige wereld hebben afgezonderd, niet aanpappen met de stad. Dat is het teken van de uitverkorenheid. De uitverkorenheid staat dus voor een heel stelsel aan natuurlijke voorwaarden waaraan de mens moet voldoen alvorens wedergeboren te kunnen worden. Omdat mensen dit niet kunnen duiden en dingen over het hoofd zien mag dit nooit menselijk bepaald worden. Het wordt dus enigszins wazig gehouden. Calvijn beschrijft het een beetje als een product wat aan allerlei voorwaarden moet voldoen voordat het op de markt kan komen, en wat die voorwaarden precies in detail zijn is een beetje giswerk. Toch moet de mens hierin niet opgeven en bij de pakken gaan neerzitten, want de mens mocht eens uitverkoren zijn. Volgens Calvijn was er een weg om dit uit te dokteren, en zou de uitverkorene dit vanzelf van zichzelf weten, alhoewel er volgens Calvijn ook een valse uitverkorenheid was die de mens waande. Calvijn stelde het een beetje voor als een religieus gokpaleis waar de mens niks in te brengen had over zijn heil, maar aan de andere kant toonde hij ook weer de weg, het touw. Het was daarom een zeer dualistisch werk, niet voor een gat te vangen. Vaak sprak Calvijn zichzelf weer tegen. Vandaar dat iedereen die een tik van de molen heeft gehad door het in de kerk meedogenloos gepredikt calvinisme eens de geschriften van Calvijn zelf er op na zou moeten slaan om te zien dat de soep niet zo heet wordt opgegeten als het wordt opgediend. Ook is het hierbij van belang om de commentaren van de tweede bijbel op Calvijn, zoals bijvoorbeeld in het boek de Calvijn Code, erop na te slaan. Al met al heeft de ware uitverkorenheid veel meer te maken met het gaan tot de diepere natuurschool in het hele Calvijn verschijnsel wat in de jaren 1500, in de na-middeleeuwen, tot de mensheid kwam. Er is alleen uitverkorenheid in het gaan tot de hogere kennis, iets wat nooit door spijbelaars gevonden kan worden, en wat gewoon een metaforische natuurwet is. In sommige opzichten had Calvijn een goed inzicht in het Jezus mysterie. Hij haalde Johannes aan die sprak dat Jezus vanuit zichzelf niets kon doen. Jezus was dus in die zin als een voorbeeld opgesteld. Hij haalde Augustinus aan die sprak dat Christus, de willoze die leefde vanuit de hogere wil, of beter : vanuit de hogere kennis, de boom des levens is en de lagere wil de verboden boom is. De wil is de verboden boom, want het brengt de mens in de problemen. De mens moet tot kennis komen. Dit begint met het weten wat fout is gegaan. Het buitennatuurlijke was gekomen, en had de mens beroofd van het bovennatuurlijke. Nu is het dus zaak om wedergeboren te worden in andere gezichtspunten, om wedergeboren te worden in de parallelle realiteiten, zodat verandering kan plaatsvinden door subtiliteiten, zoals de Vur stelt : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen Niet alleen is de toren een bloem, maar ook een touw, want de bloem zit net als de toren vast aan de aarde, en de mens mag loskomen van de touwen van de leugen om te komen tot de touwen van de kennis, de touwen van de waarheid. De mens mag diep mediteren op boek 125 van de Vur bij alles wat de mens meemaakt, om het zo te beleven vanuit de juiste vibratie en context, in het juiste ritme. Ook mogen we dit boek toepassen op de leerstellingen van Calvijn, opdat het tot sieraad gestrekt zal

1228 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication