drogredenen. Daarom zijn het ook niet de hoogste vakken, want de filosofie probeert antwoord te geven op het waarom, op de diepere lagen, de natuurziel. Kinderen worden zo dus totaal opgezet. Ze worden dood gemaakt van binnen. Daarom is de filosofie van levensbelang om het kind uit deze situatie te redden. Het is de reddingsboei de mens toegeworpen. Schopenhauer wijst dus weer terug op het Aristoteliaanse fundament waarin het dat en het waarom samenvallen, en dat kan alleen door de filosofie. Natuurlijk kan religie ook een antwoord geven op het waarom, maar dit is slechts metaforisch. Alleen de filosofie kan het instrument van de religie hanteren. In de handen van filosofie-loze gekken is het levensgevaarlijk. Belangrijk is het te beseffen dat als je je gaat richten op voorstellingen en vormen en niet meer het waarom, het doel en de diepte, dan gaan dingen zich ver-vormen en kom je in een hele andere pseudo-morfologie terecht zoals op aarde. Voorbeelden daarvan zijn donkere vrouwen die hun natuurlijke donkerheid verachten en hun huid gaan bleken om zo deel te hebben aan het arische nazi ras van de witte suprematie. Dit terwijl in de diepte van de filosofie de vrouw en de baarmoeder, als archetype, en als metafoor, juist donkerder is, om zo de vrucht te beschermen. De donkere huid van de natuur vrouw als drager van het kind is dus de natuur immuniteit, en daarom hebben vrouwen ook veel bredere heupen en bijvoorbeeld borsten om metaforisch het waarom te beschrijven, en niet zomaar het dat. Het is om het kind zowel te beschermen als te voeden. Bij de man is dit heel anders. Toch kunnen onfilosofische, wilszuchtige mannen dan hun natuurlijk kind zijn niet aanvaarden en vreten zichzelf helemaal vol of blazen zichzelf helemaal op om over de moeder proberen te heersen. Hevig aandachtsziek zijn zij. Dat loopt daar maar te pompen en te pronken, en maar alles opschrokken. De onfilosofische man komt tot de overvorm, omdat hij niets anders heeft, en zo gaat alles zich vervormen en misvormen. Moeder-haters zijn het. Het is het patriarchische materialisme, allemaal verdichte blaaskakerij. En maar pompen en spuiten. Pannelikkers zijn het, tafelschuimers, geen aandacht geven aan de natuurlimieten die de natuurmoeder heeft gesteld. Zij zijn ongehoorzaam aan hun moeders, vader-aanbidders zijn het. Families hevig trots wanneer hun kinderen wiskundigen zijn, maar filosofen worden veracht. Het gaat bij de materialisten om het dat, niet het waarom. Het waarom is hen te moeilijk. Het dat is de snelle weg. Komt dat zien, komt dat zien, ons kind is ingenieur, natuurkundige of wiskundige. Nou, dan heb je wat bereikt zeg. Waar is de natuurfilosofie ? Waar is de achterliggende gnosis ? Jezus zei dat de wetgeleerden de sleutel van de gnosis, van de kennis, hadden achtergehouden, zodat de mensen het koninkrijk der hemelen niet zouden kunnen binnengaan. Zij hielden de mens tegen. Is dat niet verschrikkelijk ? Daarom zei Plato dat het komende rijk een rijk zou zijn van filosofen. Helemaal opgaan in het materiele, alle vormen kunnen beschrijven, zonder de normen en de waarden, is helemaal niet goed. Als je het dat weet, en niet het waarom, hoe arm ben je dan, hoe naakt ? Ze hongeren hun kinderen totaal uit tot de dood, filosofisch gezien, en dan worden ze gevuld met parasieten. Het zijn lopende lijken !! Wakker worden, mensen !! De mensheid is bedonderd !! De vervormde verschijningsvorm is niet het eigenlijke, wat Kant al stelde, waar Schopenhauer soms naar terugwijst, die dus een leermeester was van Schopenhauer. Kant leefde in de jaren 1700 grotendeels. Kant wrikte het eigenlijke los van zijn vervormde verschijningsvorm, terwijl Schopenhauer het eigenlijke los wrikte van de vervormende wilszucht. Ook Kant was een Duitser. De wil projecteert en vervormt dus, en heeft alles om ons heen gemaakt, maar laat het je niet bedriegen, en prik door tot het eigenlijke, het wezenlijke, het waarom en de waarde. Dat is het terugkomen tot de natuurkernen in de filosofie van Schopenhauer. Hij bouwde hierbij voort op het werk van Kant, waarop hij zeer kritisch was. Hij voelde dat het werk van Kant levensbelangrijk was, maar gereformeerd moest worden. Na Kant kwam Schopenhauer. Kant was in de jaren 1700 een soort filosofische Luther die de materialistische zekerheden van het oog en het bewustzijn aanviel, als een aartsvader van het Duitse idealisme. Hij moest een
1250 Online Touch Home