beroep is. Het lijkt er allemaal soms op dat de zonde maar altijd doorgaat en dat het niet gestopt wordt, maar toch zal als de tijd rijp is de zonde gestopt worden. Calvijn waarschuwt dan de mens dat de mens zich niet moet laten bedriegen door het schijnbare geluk van de zonde, omdat deze psalm de regels laat zien, en dat zijn regels van de natuur rede. Het leven heeft dus een zekere gebruiksaanwijzing waar de mens zich aan dient te houden. Zo zijn we aan het einde gekomen van de bespreking van deze psalm en Calvijn's belangrijke commentaar daarop voor hen die deelnamen aan de exodus uit het materialisme, dus ook voor ons vandaag. Hoofdstuk 22. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 2 Over psalm 2 stelt Calvijn dat David vele vijanden had die tegen hem samenzwoeren, en hij werd gekweld door angst in zware beproevingen. Toch bleef hij de roepstem van God, oftewel de rede, volgen. David zag zoveel zondaren zich tegen hem richten, dat hij hierdoor het bidden leerde, oftewel als een metafoor van het zich richten op de natuur rede ingeschapen in de mens. David moest aangevallen worden opdat de dwaasheid van de zonde getoond zou worden. De zonde moest als zodanig ontmaskerd worden. Het is, stelt Calvijn, onderdeel van de rede van God, en God speelt slechts met de zonde macht, zoals een roofdier speelt met zijn prooi. God liet de aanvallen op David toe met een reden, stelt Calvijn. God spotte slechts met de vijand, zoals psalm 2 dat ook beschrijft. God liet hen gewoon raak zondigen, opdat ze lieten zien hoe dom ze eigenlijk waren. God lachte hen uit. Ze moesten laten zien hoe dolzinnig ze waren. Zo werden de vijanden tentoon gesteld. Calvijn toont aan dat God al wel degelijk David aan het helpen was tegen zijn vijanden en dat het voor God een tijd van lachen was om hun domheid, alhoewel David in een tijd van wenen was, maar deze woorden zouden David juist moeten verzachten in de bitterheid van zijn smart, stelt Calvijn. Dit was natuurlijk ook goed om te weten voor de mens in de reformatie, want die mens was in een doodsstrijd met het materialisme van de katholieke dictatuur. De mens was in een gevecht met een verschrikkelijk monster, en daarom kwamen de woorden van Calvijn over deze psalm op tijd. Ook voor vandaag is deze boodschap van belang. God houdt zich dus eerst bezig met voorspel, toont Calvijn aan. Waarom vreest de mens God, oftewel de natuur rede, niet ? Want dat is, stelt Calvijn, de enige en gezonde vreugde, in een wereld die zo vol van bandeloze, vleselijke vreugde is. 'God strijdt voor ons,' wordt er weleens gezegd, maar God is de natuur rede, dus we moeten dan wel toegewijd blijven aan studie en niet zelf aan de kant van de vijand staan, het materialisme, anders is het slechts projectie. Dit ook om niet te vervallen tot lichtzinnigheid, zoals de theologische filosoof Karl Barth stelde in zijn dialectische theologie dat in de eerste wereldoorlog beide partijen hun kanonnen hadden laten zegenen en hadden beweerd dat God voor hen streed. Daarom moest er eerst weer een grote tegenstelling komen tussen God en mens. De mens mag niet zomaar voor God spelen. Aan de andere kant moet de mens dan wel groeien en studeren om tot zuiver begrip te komen. De oorlog is trouwens niet materieel maar geestelijk, maar bovenstaande is dan ook weer zeer ironisch, want de mens die tegengesteld is aan God blijft ook weer valse godsbeelden hebben en God dus eigenlijk misbruiken naar de ander toe. Barth stelde dat God totaal anders is. De mens moet weten waaraan hij begint. Je kan God niet zomaar even in je broekzak doen of uit je portemonnee halen. De katholieke inquisitie is verschrikkelijk geweest. Allemaal omdat de mens
1279 Online Touch Home