Het beest-zijn staat voor de bio-robotische oerinstincten van de mens, als de slapende Amoet die ontwaakt in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan daarom niet zonder zijn beestnatuur. Op de Egyptische sarcofagen waren vaak beesten te vinden, als een beeld van de dode wiens ziel losbreekt uit zijn kooi door in contact te komen met zijn beest-zelf. Daarom wordt het beest ook zo door het controle-zieke christendom zo verafschuwd en gehaat. Dit is ook hoe Ra telkens tot transformatie komt in de onderwereld, telkens weer in een ander beest, als de verschillende aspecten van de robotische oerkennis, door de onderdrukkende, kooiende krachten van de tunnel van de onderwereld, die is verdeeld in gebieden tussen poorten en hun wachters, die als bewakers zijn. Onder deze druk wordt Ra wedergeboren. Al met al is de onderwereld het gebied van de zondeverslindende Amoet, wat een onderdeel is van het hogere zelf, als de top van de pyramide van het zelf die versluierd is door het onderbewustzijn. Als de mens in contact komt met zijn Amoet-zelf, dan breekt de mens door een bepaalde wand heen, maar dat is nog maar het begin van de tocht, en deze tocht is cyclisch, en zal telkens weer herhaald moeten worden om zo tot verdieping te komen. De mens komt dus in steeds diepere lagen van het Amoet-complex van de tunnels van de onderwereld. Zij zijn er voor om het diepste van de mens omhoog te brengen. De kooi is altijd ten dele, en kaleidoscopisch. De mens moet het kooi-medicijn leren kennen. Het is een medicijnen-wiel van transformatie, van het evenwicht tussen mens en beest. De kooi is een droom. Het kan de mens in alles blokkeren, maar nooit in zijn groei en creativiteit. Daarom is de kooi voor de Orionse Afrikanen ook een teken van overwinning. Het Jèsoe principe van kennis is alleen te vinden in de kooi. Hier op aarde zijn de religies een beeld van deze kooi. De mens kan er niet omheen, maar moet in de restricties gaan parelduiken. Jezus is in die zin de kooi van Jèsoe. Het kan niet zomaar in z'n geheel overboord gegooid worden, want dan wordt er meer weggegooid dan je lief is. Er ligt een grote opdracht verborgen in het gevangeniscomplex genaamd J.E.Z.U.S. De mens moet hiermee zorgvuldig omgaan. Ook G.O.D. is zo'n gevangeniscomplex. De mens moet leren werken met dit potentieel gevaarlijke medicijn. Zoals het kruis aanvaarden moet de mens ook de kooi aanvaarden. Het kruis doodt de mens, maar de kooi houdt de mens gevangen en maakt de mens tot slaaf. De kooi is de diepte van het kruis. Het Eeuwig Evangelie in de Tweede Bijbel spreekt ook over een tweede (dieper) kruis in Afrika, iets wat groot zou worden. Het Roodkapje verhaal heeft diepe Egyptische wortels in de Anubis mythe, de wolf, hond of jakhals die de overledene door de onderwereld leidde. Hij leidde de ziel van de dode tot en door het oordeel in de onderwereld, waar hij het hart testte en bepaalde of het doorgang kon krijgen of verslonden moest worden door Amoet. In die zin moest Roodkapje dus verslonden worden als een beeld van het sterven aan haar zondige schaduw-natuur. Ook heeft het zijn wortels in de mythe van Hel, de Germaanse godin van de vruchtbaarheid, die een met bloed besmeurde hond had genaamd Garmr, wat "lap" betekent, als een rode lap, wat je kunt vergelijken met het rode kapje. Deze met bloed besmeurde hond, de rode lap, was de poortwachter van de onderwereld, van de poort van Hel. Het gebrul van de rode lap, het voorhangsel van Hel, is in de Edda, het heilige Noord-Germaanse boek, de Vikingse bijbel, de aankondiger van het Ragnarok, de Vikingse apocalypse waarin Odin, oftewel God, wordt verslonden door de wolf Fenrir, als een zinnebeeld dat het gods-idee van de mens vernieuwd zal worden. Ragnarok begint wanneer de wolf losbreekt van zijn ketenen. Ook Loki, de Hogere Germaanse Logos, het Hogere Woord, zou losbreken van zijn ketenen en de goden, die een beeld zijn van het Lagere Woord, ten val brengen, oftewel "herzien". Loki had zowel Hel als de wolf Fenrir voortgebracht, als Haar eigen transformaties. Dit zijn allemaal onderdelen van Roodkapje zelf, van haar hogere zelf, en dit ligt diep opgeborgen in de menselijke natuur. De mens moet de hel zien als het vruchtbare deel van het zelf. In de Egyptologie was dit Serket, de schorpioengodin van de baarmoeder van de onderwereld, de rode zon, de kern van de cyclische en nomadische natuur. Het bloed maakt een eeuwigdurende tocht door het menselijke lichaam. In een droom was Roodkapje in een geheel rode pij met kap. In een droom van de negentiger jaren werd ik achterna gezeten door valse beschuldigingen en rende ik door de glazen wand van de stad heen de
164 Online Touch Home