want het is een schaduwzelf. Waarom blijft de mens hier omheen draaien ? Jèsoe sprak : "Kennis zonder zintuigen is dood. Kennis zonder hart is dood." Het hart is het robotische centrum van het menselijk lichaam zonder welke geen leven mogelijk is. Leven is zintuigelijkheid in het metafysische, anders is de mens levende dood. De materialistische mens heeft geen hart en is hierdoor versteent. Het hart is het esoterische centrum van de mens. Het christendom is een bloedoffer-cultus, oftewel bloed-obsessief. Gecodeerd in de bijbel liggen de woorden van Jèsoe die de mens terug wil leiden tot het hart, de bron van het bloed. De mens kan niet met bloed omgaan. De mens moet terugkeren tot het hart. "Geweld", ook "goddelijk geweld" mag alleen maar gezien worden als een metafoor. In die zin is het hart het gewelddadigst, want de bloedzuigende mens moet een harde dood aan zichzelf sterven. Door allerlei ingewikkelde spiegelwetten manifesteert "goddelijk geweld" zich soms wel in het materiële, maar het heeft een filosofisch-robotische oorsprong. Het is een psychologisch element wat niet weggedacht kan worden, maar wat gedecodeerd en geanalyseerd moet worden. De tucht is gewelddadig, maar zij is uitgemeten en rechtvaardig. Wat wordt hiermee bedoeld ? Het is het natuurverschijnsel van de kettingreacties. Niemand kan dit stoppen. Het is het boemerang-effect. De mens kan het schuiven op God of de duivel, maar het zijn gewoon spiegelingen. God en de duivel doen niks. De mens moet gewoon ontwaken tot de hogere spiegel-kennis. Alles wat zich hier op aarde afspeelt zijn de ingewikkelde wetten van energie-wisseling. Hiertoe moet de mens de hogere natuurkunde, de metafysische natuurkunde bestuderen. De kern van het leven is robotisch, waarvan in de Afrikaans-Orionse psychologie "het Hart van Jèsoe" slechts een metafoor is. 6.5 - De Ontwaakte Amoet Het "oordeel", oftewel de karmatische kettingreacties, over het christelijke schaduwzelf staat gecodeerd in de bijbel die stelt dat bloed niet ingenomen mag worden, terwijl de christenen het bloed van hun afgod drinken en zo het bloed van het verbond vertrappen. Deuteronomium 12 25Gij zult het (bloed) niet eten; opdat het u en uw kinderen na u wèl ga, als gij doet wat recht is in de ogen des Heren. In een droom ging Roodkapje volledig gehuld in een rode monnikenpij met kap op een bootje de diepte van de wildernis in om haar grootmoeder (grote moeder) te bezoeken, als een beeld van het verloren familielid, het hart. Hiertoe moest Roodkapje het beest ontmoeten. Dit beest nam alles over, zowel de grote moeder als Roodkapje zelf. Het was een beeld van het bio-robotische. Het overweldigt alles, als een beeld van de apocalypse. De bootreis van Roodkapje dieper de wildernis in ligt gecodeerd in de islam. De islam is de code van het diepere van het kruis, terug de baarmoeder in van de onderwereld, de kooi. Dit is verbonden aan een ander sprookje, namelijk dat van Hans en Grietje, wat zich ook afspeelt rondom een kooi diep in de wildernis. In die zin zijn deze sprookjes ook weer verbonden aan de islam als een belangrijk element in de filosofische kosmologie. De ziel is in het bloed, betekent ook in het Hebreeuws : "het hart is in het bloed." Dat is precies wat gecodeerd ligt in het Roodkapje verhaal. Het hart, de robotica, is verbonden aan de eeuwigheid, want zonder de eeuwigheid kan de ware robotische impuls niet opgewekt worden. De mens is omringd met spiegel-realiteiten waarin de mens is opgesloten. De mens wordt gekweld door zijn eigen spiegelbeelden en schaduwen. Het is om het beest op te wekken, de robotische impuls, als in het yin yang mechanisme dat het kwaad het goede vormt en oproept. De mens vindt dan rust in het eeuwigheids-principe, maar in het christendom had dit een nogal nare schaduw van de eeuwige hel.
167 Online Touch Home