Hoofdstuk 4. Het Kruis in de Woestijn 4.1 De Noord-Koreaanse Oorlogs-dans In het verleden was ik een zwarte band karateka. Ik trainde ook anderen in karate. Ik ben hiermee gestopt toen ik naar de bijbelschool ging. Al snel merkte ik dat mijn grote liefde de demonologie is, als een soort geestelijke karate. Ik had een roeping voor de demonologie en werkte als exorcist. De zwaarste gevallen kwamen altijd bij mij terecht omdat niemand anders hen kon helpen. Karate was slechts een voorbereiding tot dit vak, als een aardse schaduw, een metafoor. Ik heb mijn karatediploma's allemaal verscheurd, als sluiers van de tempel, en kreeg er een hogere vechtkunst voor terug : de demonologische vechtkunst. Wel had ik op de bijbelschool mijn rood-witte karate tas nog, waar Japanse tekens opstonden en een beest of draak. Op karate leerden wij de zogenaamde kata's. Dat waren reeksen van de gevechtskunst, als gevechtsdansen. Elke band had zijn eigen kata's, en ik gebruikte nog steeds fragmenten ervan in de hogere vechtkunst van de demonologie, want ook de demonologie is zeer lichamelijk. Lichaam en ziel moeten in een eenheid zijn in de demonologie. Ook gebruikte ik er Michael Jackson dans-fragmenten voor, want die waren ook zeer militair en vaak van een hogere orde. Zo ontwikkelde ik een zeer strenge gevechtskunst, namelijk die van de gnosis. Wat dat aangaat is karate nog steeds een inspiratie. De engelen van mijn karateleraar destijds zijn ook altijd bij mij gebleven om mij in de hogere gevechtskunst te onderwijzen. Voor mij is het het mooiste vak van de wereld. Ik heb velen onderwezen, maar ik heb er nooit geld voor gevraagd. De kern hiervan is de literaire gevechtskunst, en die is heel subtiel, als een architect. De pen is een groot wapen. Het loopt synchroon met het lichamelijke. De gevechtskunst zit in mijn bloed. Ik ben een vechter in hart en nieren. Zo ben ik geboren, en zo zal ik ook altijd blijven. Op virtual reality is er de rage van het boogschieten. In mijn vrije tijd train ik soms mensen hierin, omdat virtual reality voor mij wel het portaal tot de droomwereld is, als een soort twilightzone en trappenstelsel tussen lichaam en ziel. Ik maak er graag gebruik van. Ook Ra was een vechter. Elke nacht weer ging hij in zijn boot door de onderwereld om tegen de slang van het kwaad te strijden. Ook al ging hij ten onder, in de ochtend stond hij weer op. Hij streed tegen zijn lagere wil, het lagere aardse zelf. De mens is geroepen zichzelf te overwinnen, oftewel te analyseren, te begrijpen en te transformeren. Het houdt de mens mentaal gezond. In het Orionse Egypte komt dit verhaal weer terug als Ova die over de groene wildernis-rivieren van de onderwereld ging in zijn kano, om zo te gaan tot de groene zon, de bron van het verleden waarin alles duidelijk wordt, om zo tot een hoger bewustzijn te komen. Ova wordt veel vergeleken met Ra en Geb. Ova had te strijden tegen de rode krab. De rode krab was een ontvoerder van kinderen, die vervolgens hun harten uit hun lichaam zoog om vervolgens een rode krab in hen achter te laten als hun nieuwe hart, onder zijn controle. Hiervoor had de rode krab dus een heel leger van rode krabben. De naam van deze rode krab is Saveer-Beli, als een onderdeel van Saveer. De rode krab kan in allerlei gedrochten veranderen, zoals een slang, een krokodil, een zwarte leeuw enzovoorts. Het is het zwaar listige en creatieve principe van het kwaad. Een oorlog kan alleen gewonnen worden wanneer er een strakke discipline is. Die discipline is er niet vandaag de dag in de kerk. De kerk is tegen haarzelf verdeeld, en ze is lauw en materialistisch, naast verschrikkelijk kortzichtig. Zonder de zware hogere robotologie kan de oorlog nooit gewonnen worden, want de vijand is zwaar robotisch. De kerk heeft over het algemeen geen kennis van de geschiedenis, niet van de kerkgeschiedenis, niet van de bijbelgeschiedenis, en al helemaal
202 Online Touch Home