259

boodschap. Ook in die zin komt her er op aan geen smetvrees te hebben. Er zijn een heleboel goede principes die van de vijand overgenomen kunnen worden, maar dan net even op een andere manier, even een kwartslag gedraaid. De ander is slechts een losgeraakt alter ego van onszelf wat we ons weer op de juiste manier en op de juiste condities moeten toeeigenen, wat ook telkens weer terugkomt in de Egyptologie. In diepte is de mens dus niet afhankelijk van de ander, maar is de ander een spiegel waarin de mens zichzelf kan zien. Zo vervalt de mens ook niet tot afgoderij, ook niet tot zichzelf, want het zelf is slechts een abstractie van de gnosis. Het opgelost worden in de gnosis is het uiteindelijke doel. Er moet dus een goede balans blijven tussen het zelf en het onpersoonlijke principiële, anders vervalt men tot egoïsme en zelfverheerlijking. Zonder de verloochening van het lagere zelf en de lagere wil is men op een doodlopende weg. Tefnut is de wordende kern-energie, de scheppende, als de Yah, wat ook diep verborgen ligt in de cryptiek van het Yah-shua verhaal, net als Shu. Hier is het Yah-kob en E-Shu verhaal dus ook een reflectie van. We moeten de ander dus ook op een bepaalde manier worden, anders blijven we altijd ronddolen in heimwee en onbereikbaarheid, en dan wordt verlies ondragelijk. De ander als verloren parallel zal dus in het zelf geimplanteerd moeten worden op een natuurlijke manier, de goddelijke kern ervan, wat zich dan op een natuurlijke manier met het zelf gaat mengen, zodat het één geheel wordt en op een natuurlijke manier wordt aangepast. Tefnut staat dus voor die natuurlijke implantatie, als van avatars. Zo wordt de ander dus ook volkomen geneutraliseerd. Vandaar dat we niet alleen het kruis dienen te ontvangen, maar ook de spijkers. Dit proces kan alleen in de woeste wildernis gebeuren, niet in lauwe, onverschillige stadgelijkvormigheid. Door het Hebreeuwse "charash", het inprinten van de wet, komt het Griekse "charis", het ontvangen van loon. Dit is dan de esoterische diepte van het kerstfeest. Ezau wordt Edom, het rode, Adam, de aan zichzelf gestorvene, en komt zo tot de vrucht, de kern, van de gnosis, uitgereikt door Eva (Tefnut). Hij komt tot de ladder van het paradijs, en zo tot de kern-energie van het bewustzijn. Hoofdstuk 17. Het "Ik Ben" Principe van de Demonologie Spreuk 339 van de Pyramide Teksten van het Oude Rijk : In de woestijn leidt het Shu en Tefnut principe, oftewel Ezau en zijn vrouw(en), de ladder tot de kern energie van de psychologie, tot de honger en de dorst opdat er eerst wordt losgekomen van de voeding van de lagere wil. In dit proces sterft de lagere wil dan ook af, opdat het morgen-brood, het manna, van Shu en Tefnut ontvangen kan worden. Het is het goddelijke voedsel, het beeld van openbaring. Het metaforische spijsoffer in Leviticus betekent in de grondtekst in principe gewoon "naakt" komen tot God, wat de betekenis is van het fijne meel. Naaktheid is een abstractie van openbaring, omdat zo de bedekkingen zijn weggeschoven. Naaktheid is dus een metafoor van iets profetisch. Wanneer Yah-Shu, Yeshua, in

260 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication