Hoofdstuk 4. Het Nachtgesprek In de hemel las ik boeken van de amazone ijs theologie. Die gaat als volgt : Net zoals licht komt ook het ijs voort vanuit de planten en het kruid, en wordt gedragen door insecten. We hebben het dan over de natuur van de onderwereld. De insecten zijn exotisch. IJs is een kruid. Er zijn vele soorten ijskruiden, zoals het kruid van ijsziekte en ook van ijsdood. De ijsdood is nodig om af te sterven aan je lagere zelf en je lagere zintuigen. Het leidt tot de nacht. De nacht komt ook weer voort uit plantengroei, en wordt gedragen door insecten. Het waren grote, dikke boeken die ik las, en ze waren al heel oud. Soms waren er zwart-wit plaatjes bij en soms in kleur. Er was een ijszon die ook voortgebracht werd door plantengroei, en er was ook een eeuwige ijsdood, wat gewoon een tussenlaag was in het menselijk lichaam, dus als een tussenstap en geen uiteindelijk doel. De dood is metaforisch en gewoon een poort en programmerings-laag, als een beveiliging. De boeken waren hoog technologisch. Uit de dood komt altijd weer nieuw leven voort. In die zin is de dood dus een beveiligings-systeem, en dit moet eeuwig zijn, zodat het ook weer eeuwig leven kan voortbrengen. Een doods-laag die niet eeuwig is heeft niet de potentie om het lagere zelf totaal te laten afsterven. Zo brengt de plantengroei dan uiteindelijk de eeuwige ijszon voort binnen het menselijk lichaam die deze eeuwige ijsdood brengt waarin de lagere, materialistische wil afsterft, en waardoor de paradijselijke zintuigen opengaan. Binnen het Ragnaroks-principe leidt dit ook tot de nachtzon, die dus niet bestaat uit licht en warmte, maar puur uit de grootste en eeuwige duisternis, waarin het valse licht wordt uitgedoofd en wegvaagt, als een reset. Dit wordt ook voortgebracht door de planten. Juist omdat de nachtzon het duisterste punt is komen er contrasten, zodat door de contrasten het nachtzicht gaat werken. Vandaar dat het duisterste punt nodig is. Het is een belangrijk onderdeel van een zintuig, en moet ook als zodanig herkend worden. Vandaar dat een mens soms door duisternis heengaat en heenmoet in zijn of haar leven. Het zijn installaties van de hemelse natuur. De mens herkent dit vaak niet, omdat er heel wat slappe verhalen over de hemel in de omloop zijn, vaak vanuit hele selectieve Westerse vertalingen van oudere Oostelijke teksten. Het nachtzicht van verschillende graden duisternis kan dan worden tot ijszicht, waarin verschillende graden van ijs nieuw zicht vormen. Door het gebruik van de ijszintuigen kom je langzaam in een nieuwe natuur, nieuw groen. Het begint als ijsgroen, heel koud en ver weg. Zodra je het probeert te grijpen glipt het uit je vingers weg, of vaagt het weg. Dat moet je dus niet doen. Het is een natuur proces. Je kan het niet forceren. Dingen zomaar grijpen hoort niet bij het leven in ijs. Het hoort niet bij de natuur-ijsrobot. Je wacht op de natuur. Je rafelt niets af. Je doet helemaal niets dan de natuur zijn gang laten gaan. In principe gaat het dus weer om de Vur-principes. Je gaat nergens rechtstreeks op af, maar je cirkelt er omheen. Je richt je op het halve, niet het hele, of je richt je op een druppel. Zo is er ruimte voor verandering en inmeng. Je glijdt door het ijs. Je houdt nergens aan vast. Je hebt alles losgelaten. Je bent een skiër. Groen ontstaat waar je loslaat. Groen is het natuur proces wat je door het loslaten een kans geeft. Het is het groene ijs, het ijsgroen. Het ijszicht heeft fotografische capaciteiten, zodat je een nieuw geheugen opbouwt, een nieuw hartsmuseum.
305 Online Touch Home