322

Hoofdstuk 12. De Sleutel tot Sion Zonder de Ramadan, de leegte ingaan, is het onmogelijk om daadwerkelijk te toetsen. Dit is ook wat de naam Saul betekent in het Hebreeuws, en zo ook de Saul van het Nieuwe Testament, Paulus. De mens kan geen ware openbaring ontvangen als de mens in de kerk blijft. De mens moet hiertoe alles verlaten en opgeven en de wildernis ingaan, als symbool van de afzondering in de verborgenheid. Wie nog door de mens gezien wil worden komt nooit tot ware openbaring, maar zal misleid worden in zijn eerzucht. En dat is ook wat Saul, de leegte, als beeld van de ramadan, deed. Hij dreef David tot wanhoop en tot de wildernis, waar David naartoe moest vluchten, want Saul, de leegte, zocht zijn lagere natuur te doden. Symbolisch gezien krijgt Saul daardoor een positiever beeld, wat ook weer terugkomt in de islam, waarin Saul (Talut, Arabisch) de ark terugbracht, een toetser was en begaafd was met grote kennis. De Ramadan, de woestijn-ervaring, bracht David in grote problemen, maar daardoor ontving hij openbaring, golah, wat tot hem kwam in de vorm van Batseba, de vrucht van overgave. Het verhaal is zowel negatief als positief uit te leggen vanuit de grondteksten, omdat het geschreven is in poëtische, paradoxale talen. En dat is ook de rijkdom ervan. Batseba is de verpersoonlijking van de wapenrusting van Goliath die David bemachtigde. Theologie kan in dat opzicht dus niet zonder de taalkunde. Theologie zonder taalkunde kan al snel kortzichtig en zo corrupt worden. Vandaar dat er een brug moet komen tussen deze twee dynamieken, opdat er weer verzoening en vrede kan komen op aarde. Het zit te diep in de mens om het zomaar te negeren. We moeten er dwars doorheen om het te herzien. Wij hoeven dat niet te doen vanuit de stad en de kerk, maar wij moeten net als David tot de wildernis gaan, waar een schuilplaats voor ons is. Batseba is dus een vrucht die diep in de wildernis wordt ontvangen, in de Ramadan van overgave. Bathseba is in het Hebreeuws de dochter van overgave. Seba betekent ook zeven, het getal van de volkomenheid, als een volkomen overgave en offer. In het verhaal van Salomo, David's zoon, wordt hij met geschenken beladen door de koningin van Seba, vanwege zijn grote wijsheid. Alleen de Ramadan kan terugleiden tot de geestelijke gaven, zoals ook Paulus (Saul, leegte) leidde tot de geestelijke gaven in 1 Korinthe 1214, en de geestelijke wapenrusting in Efeze 6. De geestelijke gaven en de wapenrusting komen dus voort vanuit het toetsen, vanuit het verslaan van de lagere natuur. Als Filippi wordt de mens dan op het paard geheven. Alleen door de Ramadan wordt de mens een hemels strijder. In de woestijn groeit niet veel, maar wat er groeit is als het druppelen van de hemel. We hebben niet veel nodig. Als we teveel nemen groeien we vast, zoals dat in de stad gebeurt. Vandaar dat de druk van Saul, van de Ramadan, ons tot de woestijn trekt, en dit is voor onze bescherming en ons behoud. Psalm 1 1 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in de kring der spotters; 2 Maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt God's wet dag en nacht. 3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks

323 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication