heeft niets met het verblindende licht van de Toronto krankzinnigheid te maken, want dat is een duivelse krankzinnigheid die tomeloos is, en niet getemd door het heilige touw. De heilige slang is in de demonologie het haaien-alarm wat nodig is in de grote oorlog van hoofdstuk zes. Elias, de haai, de geest van Toronto, is als een geestelijke zelfmoord-terrorist, wat een hele flauwe en corrupte weerspiegeling is van het sterven aan het zelf. De mens moet Elias overwinnen, die het gedwongen merkteken van Saveer is. Hiervan is ook de stinkende, giftige dwangverpleging van de tandarts industrie een beeld. Zij doen gedwongen buitenaardse implantaties in de mens om de mens te bedwingen. Iedere wel-ingewijde demonoloog weet dat de tandarts industrie een buitenaardse fokkerij is die de aarde als kolonie nam. Het zijn kolonisten, en zij brengen de planeet tot razernij. Het lied van Elias kent vele tonen. Het dwangbevel van de tandarts om alle monden van de mens te infiltreren met dwang-implantaten, giftige vullingen en wortelkanaal-implantaten, loopt parallel met het gedwongen Jezus-implantaat op straffe van eeuwige hel. Iedereen moest dit merkteken ontvangen. Er is geen logische redenatie, maar pure dronkenlapperij, maar het esoterische ravijn van Calvijn rekent ook hier mee af. Het lied van Elias kent geen grenzen. Zoals Jezus over de streep van het privacy recht van een mens heenging, zo doet het dwangbevel van de tandarts dit ook, wat hetzelfde is als verkrachting. Het zijn onbevoegden die op privé-terrein komen. Zij zijn onderdelen van het Spaanse Spook : matadors die de stier steken en dol maken. Calvijn zag hoe het christendom de gnosis had beroofd, en toen hoe het Paulinisme daarmee verder ging, en toen het katholicisme, en zo deed Calvijn er nog eens een schepje bovenop. De man die tot de vrouw komt is een metafoor van de man die tot zijn wapen komt. Dit zijn realiteiten binnen de mens zelf, en het wapen is niet onderworpen aan de man, maar de man is onderworpen aan zijn wapen. Zijn wapen leidt hem door de oorlog en onderwijst hem. Dit zijn ook eigenschappen van de Noordse moeder godin, Hel. Het pad tot Haar is de Helvegr. Hel is ook nauwverbonden aan de godin Hungr, de honger, zonder wie niemand tot Hel kan komen. Het Ragnarok is de openbaring van die plaats, dat de mens tot Hungrheim komt, een groot gebied waar hij eerst door Niflheim, de ijswereld, moet komen tot Myrkheim, de duisternis, en zo op dit pad de godin Hungr te ontmoeten om tot Hel te komen. Hel woont in Helheim, waar de mens na zijn tocht door Hungrheim komt, door de gebieden van Niflheim en Myrkheim. Helheim ligt aan het Nastrond, het lijkenstrand, en is omgeven door Gjöll, de ijsrivier van messen. Helheim zelf is een symbolisch gebied van gifslangen en rivieren van bloed waar men in verdwaalt, als in een labyrint. De troon van Hel is omgeven door een gebied genaamd Ganglati, vertraging, waarin alles vertraagd wordt, zodat Hel onbereikbaar is. Ook wordt zij bewaakt door een hellehond genaamd de Janker. In Ganglati krijgt de mens de ketenen van vertraging, en kan de mens niet meer terug, ook omdat de Janker dat niet toelaat, wat uiteindelijk leidt tot het 'één vlees worden' met de Hel, wat een baarmoeder ervaring in de dood is, waardoor de mens wederomgeboren wordt. Het is niet dat de één heerst over de ander. Het zijn dingen binnenin. Ieder mens moet persoonlijk onderscheiden tussen goed en kwaad. Het is niet dat een mens of een god over de mens heerst. Het zijn allemaal delen van de mens zelf. Dit zijn inzichten waar je ook niemand voor kunt bedanken, geen hogere macht of wat dan ook. Je kunt alleen jezelf bedanken. De aardse bedreigingen zijn valse en corrupte alarmen, schaduwen van de hogere alarmen. Het alarm is een sieraad. Dat is ook de opzet van de tocht door Hungrheim, de honger, om zo te komen tot Hel, want zij draagt de heilige paniek als het ware alarm. De mens moet in het vasten en onthechten, in de afzondering, de heilige paniek ontvangen. Dat is de ware verbrokenheid. Dit wordt ook uitgebeeld door Pan, de Griekse god van de paniek en de wildernis. Dit was oorspronkelijk een godin, de heilige Paniek, maar in de grote religieuze vermannelijking, de patriarchische invasies, werd het verzegeld als zijnde een man. De Heilige Paniek is de climax van de honger, en is de manifestatie van Hel als een alarm, als een automatisch beveiligings-systeem. Het is de climax van het touw, maar Zij leidt tot de ware en eeuwige rust. Alleen Zij kan tot de grotere, ruimere dieptes leiden. De mens moet leren dat ook de oorlog maar een metafoor is, namelijk van het onderwijzen, leren begrijpen, en het onderwezen worden. Het gaat niet om het letterlijke, maar dat wat erachter zit als boodschap. De ware oorlog is de terugkeer tot het kruis,
34 Online Touch Home