368

Die lijn komt dus terug in Abadja, maar ook in Sefanja, Siva-N, waarin de N de oerhieroglyph is van de nomadische peddelaar. Siva, de asceet die tot een abad, een dienstknecht, is gemaakt, tot de natuurkennis, gaat dus net als Ezau op een dodenreis door de wildernis van de onderwereld, ook net zoals Ra in de Egyptologie, wat dus terugkomt in het boek Sefanja. Zo moeten we het boek Sefanja ook begrijpen, als een dodenboek, als het afsterven aan het ego. Zefanja (Siva-N) 1 2Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. 3Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. 4Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, 5en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de Here en zweren bij hun Moloch; 6ook hen die van de Here afvallen, en die de Here niet zoeken noch naar Hem vragen. Hier zien we dus weer de eis van het offer, en we weten dat de beesten die weggevaagd zullen worden beelden zijn van het ego, dus niet letterlijk, maar symbolisch. Het staat voor alles wat geen dienstknecht van de natuurkennis is. Zo begint de tocht van Zefanja, de nomadische Siva (Esav) door de onderwereld. Deze tocht gaat dus erg diep. Er moeten heel wat valse geesten, valse karakter-eigenschappen, losgesneden worden. 7Zwijg voor het aangezicht van de Here Here, want nabij is de dag des Heren; want de Here heeft een offermaal bereid; De Here heeft de genodigden geheiligd. 8Het zal geschieden ten dage van het offermaal des Heren, dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten en over de koningszonen en over allen die uitheemse kleding dragen. Het zwijgen wijst terug op een wachter voor de mond krijgen, wat Zefanja hier krijgt, als de nomadische Siva die komt tot zijn innerlijke kind met de olifantenkop, Ganesha. Dit gebeurde door toedoen van Parvati. Zonder Parvati zou Siva-N, Zefanja, nooit de wachter voor de mond hebben gehad. Parvati gaf geboorte aan Ganesha, als een beeld van de innerlijke Siva. Er gebeurt een verschrikkelijk oordeel in het boek Sefanja. Het is als de komst van Kali, Kèlè, als de naakte Abaddown, de vernietiger, die voor het aangezicht van de Here staat in het boek Iyowb. Zij is de bewaker van de oer-afgrond, van de baarmoeder. Zij kwam om Iyowb daarnaar terug te nemen, en Iyowb wist dat hij ook de naaktheid in zou moeten gaan, als ontmaskerd. Kali stond in haar naaktheid op de naakte abad, Siva. Haar sieraden waren gemaakt van mensenschedels. Zo vreesde de abad de natuurkennis, omdat die allereerst zeer verwoestend was. Eerst moest er zoveel afgelegd worden. En dan zien we een overblijfsel in dat oordeel, die een gezuiverde tong hebben, een getemde tong, een wachter voor de mond. Zij zullen geen leugen spreken. Zij hebben een voorzichtige tong, vol van heilige vreze. De abad Siva is tot een Ganesha geworden, Kaïn-Ezau. Kaïn betekent het klagen. Het is het klagen van Ezau. Er zijn geen hoogmoedige en overmoedige woorden meer. De mond is vervuld met klaagliederen. Gan is ook tuin in het Aramees, als de tuin van Ezau, of het beloofde land van Ezau, het Kanaan van Ezau (KN). Ps. 119:20 - Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar uw oordelen ten alle tijd. Als we dan gaan inzien hoe belangrijk het oordeel is over het ego, dan gaan wij ernaar verlangen, zoals ook Iyowb verlangde naar Abbadown, en zoals Siva verlangde naar Kali, Kèlè. Hij wist dat

369 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication