anderen zond de god Poseidon van de zee als straf toen een vloedgolf en het zeemonster Ceto, Cetus. Het is wat de nakers doen, die altijd beweren dat ze mooier zijn dan anderen, en het beter weten. Ook dit heeft parallellen met de trotse kippen van Ert met hun rode veren. Het valse maakt zich altijd groter dan anderen, met meer gezwaai. De mens moet komen tot diepere betekenissen, en moet zich hierin aarden, anders wordt hij weggeblazen. De mens moet eerst aan zichzelf sterven. Daarom moet er ijs zijn, wat de beginfase van de Ragnarok is. De apocalypse is al geweest in de geschiedenis. Het wijst zelfs op een vooraardse geschiedenis, zoals de Orionse geschiedenis en de Amazone geschiedenis. In die zin is het duizend jarig vrederijk allang geweest, en leven we nu in de tijd waarin het beest van de Jezus-godheid nog eenmaal werd losgelaten. Dit beest heeft vele koppen en hoorns, wat zijn climax had in de pauselijke macht wat overliep in het calvinistische complot en toen Toronto, de geest Elias. Dit was een oud beest die in zijn doodstrijd nog velen probeerde mee te sleuren, en nog even een paar laatste stuiptrekkingen had, als een doodshallucinatie. Dit verschrikkelijke woeste zwijnenbeest genaamd Ursus hadden de amazones al mee afgerekend, maar het had een cobra-geest genaamd Saveer die hen die nog niet ontwaakt waren zou teisteren, als in nachtmerries. Elias, de haai, is het merkteken van Saveer, als de giftige slangenbeet, in de demonologie. De mens moet het vuur leren ontdekken in de Amazone geschiedenis, om zo los te komen van deze geesten. Deze heilsfeiten zijn al geweest. De geschiedenis herhaalt zich voortdurend als een echo. Het wijst ergens op terug. In de Vur wordt dit besproken als een strijd tegen piraten, en dat het geheim in de rode veer ligt. Dat is ook de naam van het veertiende boek hierover. Door de grootheidswaan en grootheidszucht, de kippen van Ert, te vangen, en hun rode veren te nemen, konden de amazones Ursus, het zwijnenbeest verslaan. De piraat is in de Vur een beeld van de trotse kip, in boek 47. Het Misverstand. Toen zij het zwijnenbeest hadden gevangen en onthoofd droop er gif van de zwijnenkop af wat ze gebruikten voor de oorlog en de jacht. Dit gif is in de geschiedenis de Niceaanse geloofsbelijdenis, de Jezus-godheid, waarmee ze hun prooi afzonderden en in een soort slaaptoestand brachten. Het Calvijnse complot was over de wereld gekomen, het Jezus-beest was opgestaan, zijn wond was genezen, en de aarde ging het beest met verbazing achterna (Openbaring 13). Calvijn is ook het medicijn, als het een kwartslag gedraaid wordt. De mens moet leren het esoterische pad door deze religies te gaan, de verborgen betekenissen te ontdekken. Zo is het lijdenspad van Jezus ook vol schoonheid voor de esoterische mens. In de ijszee strijdt de mens tegen de haai van Toronto, Elias, de overmoedige afwimpelaar die tot het giftige luilekkerland leidt, als de komst van Sinterklaas. De mens die niet aan zichzelf wil sterven in de ijs-zee vindt valse troost en hulp bij deze geest. De Torontiaanse geest is christelijk hedonisme, christelijk bourgondisch leven. De mens wil het kruis niet, de mens wil de diepte niet, maar de oppervlakkigheid. De heiligen echter bestrijden dit beest en worden in vreze apart gezet. Zij sterven aan zichzelf. Toch heeft het Torontiaanse rijk ook esoterische waarde. De mens moet door dit gif heen om zo antistoffen aan te maken. Ook is het een grote test. De Toronto uitstorting is de ineenstorting van de mannelijke suprematie, als een oordeel. Toronto is de gesel van Calvijn waardoor de mens in de Twet put van totale hulpeloosheid valt. De mens moet zich dus niet overgeven aan Toronto, maar het leren gebruiken. Hiervoor moet de mens eerst aan zichzelf sterven in het ijs. Het ijs is het volledig loskomen van de menselijke invloed, de mensenvrees en mensenverering. De slag op Jakob's heup was ook een Torontiaanse slag. Toronto is een gesel in de hand van de Gnosis. Het teistert de heiligen, om hen tot het touw te drijven. Toronto is dus de manifestatie van de T-wet van Calvijn waarin de mens niets meer kan. Elias is de beet van de cobra, als het boze oog van Saveer, als de uiterlijke manifestatie van het 'homo-ousios', de Jezus is God leer, waarin de mens tot god wordt, zomaar door genade, als het eten van de verboden vrucht van het paradijs. Hierom rollen ze over de grond. Ze zijn gebeten door de slang, en het gif begint hun hersenen aan te tasten. Ze zijn prooi. Voor een kind kan de hand van Sinterklaas goed aanvoelen, maar het kind moet opgroeien in de demonologie, leren onderscheiden. Alleen het zware robotisme van de militaire demonologische kennis kan een mens aan zulk 'phishing' als Toronto laten ontkomen. Zonder strenge, meedogenloze automatismes is de
39 Online Touch Home