vermenigvuldiging in het Israëlitisch, wat weer verbonden is aan het draupnir-sieraad van Odin, en later ook van Balder. In het Aramees staat dat dit onderwijs voor Jona was wat hij accepteerde (bala). Jona is JNN, ywnn, in het Aramees, jinn. Hij was hier voor drie dagen, maar zowel in het Israëlitisch als het Aramees kan dat ook metaforisch zijn. Een dag is ook een periode, een levensperiode, of een leven. In Jona 2:2 staat dat het de buik van de hel is, van het dodenrijk of de onderwereld. Hier is ook weer de Jezus-mythe op gebaseerd, omdat Jezus voor drie dagen in de onderwereld verbleef. Jonah werd ook wel Yunan, ynn, jnn, genoemd in het Arabisch, en Yunus, wat de naam voor Jona is in de islam, wat ook weer de wortel is van Johannes. Oannes was een mesopotamische vissersgod, ook weer gerelateerd aan Jona, en wat terugleidt tot de vissenavatar van Vishnu. Verdere parallellen zijn de vissersgoden Ea en Dagon. Jona had dus onderwijs gekregen in deze onderwereld-ervaring, wat ook weer terugkomt in het Johannes-John verhaal in het boek Openbaring. Hij had grote visioenen van de zee, en van de te'oom diepte, de baarmoeder van het oer. Ioannes, Grieks voor Johannes, in het Griekse NT komt van de Hebreeuwse chanah wortel. Channah was de moeder van Samuël die hem toerustte om een dienstknecht van de Here in de tempel te worden. In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, chanah, wat verwijst naar Channah in het OT. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, net zoals Sokar in de Egyptologie, wat ook de wortel is van Zacharia (zkr). Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat voor Samuël, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer (ego) was geslacht (metaforisch), dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een bloed-orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen. We zien dus een gigantische diepte in het Odin mysterie wat hiertoe terugleidt. In het Aramees zijn de ware hogepriesterlijke stenen ook snoeren en banden, als riemen. Odin is dus een orakel uit het Oosten, een orakel van het paradijs. Dit orakel doortrekt de bijbel en de koran en komt van diepe indologie. De djinn waren altijd verbonden aan de esoterische sieraden. Hierdoor gaven ze hun orakels en spraken zij. Het verhaal van Jona in dit verband laat zien dat er van de gnosis niet te vluchten is. Het is overal rondom de mens. Hoofdstuk 47. De Odin Sleutel Het boek Jona is een metafoor voor de goddelijke sexualiteit, wat op zichzelf weer een metafoor is van het afsterven aan het ego. In de grondteksten komt Jona terecht in de onderwereld, in de te'oom als de baarmoeder van de hel, waar zijn afvalligheid en vluchtgedrag sterft door onderwijs. In het Aramees is dit een school. Men kan niet normaal over sexualiteit in de stad nadenken, maar
393 Online Touch Home