406

principes tot gestalte komen, de natuur-principes, het opgeven van de posities in de stad, zoals ook Ezau zijn eerstgeboorte-recht moest opgeven voor het rode, het diepe, wat heenwijst naar de kruisiging van Yeshua. Ganesha, Gan-S, betekent de tuin (Aramees) van Esau (Hebreeuws : Esav, India : Siva). De S is in de amazone taal de letter van de proza, van het verhaal, dus in die zin spreken we over de tuin van de verhalen. Yeshua, Yah-Ezau, of Yah-S, is dan het vestigen, het bestaan, ontstaan, van de verhalen, want dat is wat Yah in het Hebreeuws betekent. Verhalen betekent dus de diepte, de Vur-principes. Zoals Ganesha, de jongen met het olifantenhoofd, de wachter was van Parvati, de tentgodin (van het huishouden), oftewel van de tabernakel, zo was Jezus de wachter van Maria. Zij beeldden het zoonschap uit, dus in die zin kon niemand tot de moeder komen, de natuurkennis, dan degenen die als een kind waren geworden. Zoonschap is een metafoor voor het luisteren, wat de olifant ook uitbeeld door zijn grote oren. Mattheus begint dan met een geslachtsregister van Jezus, wat helemaal terugleidt tot Adam, de zoon van God, maar wat in principe ook helemaal terug kan leiden tot Ganesha, de zoon van Moeder God, van Parvati. Zowel Adam als Ganesha werden geschapen vanuit het vuil van de aarde. Het gaat erom de boodschap van het zoonschap op te pikken als een metafoor. Dat is het ware messiaanse leven, dat het zoonschap de weg is tot diepe inwijding in de kennis. Het gaat hier om een warme geestelijke familie-band, niet om dat wat christenen ervan gemaakt hebben. Deze familie-band is niet materieel en geen wachtwoord. Zoals bij Ganesha was er geen man aan te pas gekomen om geboorte aan hem te geven. Zowel Ganesha als Jezus werden geschapen vanuit het vuil van de baarmoeder zelf, van de aarde, de onderwereld. Ganesha wordt ook Isa genoemd, wat ook weer de Arabische naam van Jezus is. Parvati was aan het baden in de wildernis en waste het vuil en zweet van haar af, waardoor Ganesha ontstond, die later een olifantenhoofd zou krijgen. Ook dit was dus een maagdelijke geboorte. Hierdoor is het een heilig zoonschap. Dat betekent ook dat zowel Ganesha als Jezus de onderwereld in moesten, als shamanen. Dit zou hen vormen, In die zin transformeert het zoonschap van de kennis de zonde. De mens moet dus ook zelf maagdelijk geboren worden, en het gaat niet door een wachtwoord of door een tovertruukje zoals in het christendom. Het gaat om de wording, het worden van een herschepping. Er moet een brug komen tussen twee werelden in de onderwereld. De worsteling van Jakob met God weerspiegelt weer in het verhaal van David, de oorlogsvoerder. We nemen dit als een metafoor van het toetsen. Hier kwam Jezus dus uit voort, als een beeld van Ganesha, hij die door het toetsen een wachter voor de mond heeft gekregen. Zelfs de afsluiting van de canon is hiervan een allegorie, van de wachter van de mond. Zo mogen we de kerkgeschiedenis anders bekijken. Parvati was zwanger van dit kind. Als wij naar de bloedige kerkgeschiedenis kijken omtrend de tot stand koming van de bijbelse canonieke autoriteit, dan mogen we daarin Parvati zien met een hele dikke buik. Er was een geboorte op komst. Dit is een groot mysterie. De mens moet het wel anders bekijken, want het gaat niet weg, en anders zou de mens gek worden. Er valt niet met de hedendaagse drama te leven. De natuurkennis is de uitweg. Wie gaat er mee ? En wie blijft er achter, en voor hoe lang ? De kerkgeschiedenis is dus de barensweeën van Parvati, het teken van de komst van Ganesha. Dit is een mythe met een diepere betekenis. Dus ook de Indische olifantencultus is een belangrijke metafoor. We kunnen dit zien door de vier evangelieën heen. Maria is dus een Nieuw Testamentisch beeld van Parvati in de esoterie. Dit zoonschap liet dus zien dat het koninkrijk geestelijk was, maar wat betekent "geestelijk". Dit woord kan zo bedriegelijk zijn. Geestelijk betekent niet letterlijk, maar het verborgene. Velen leven dus nog steeds in geestelijk materialisme. En al dat materialisme moet betaald worden, vandaar de geestelijke markt, iets wat zelfs Jezus en Paulus hadden verboden. Beiden gaven het evangelie om niet. Paulus werd tentenmaker om in zijn levensonderheid te voorzien. Ook dit verwijst weer naar

407 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication