gevallenen keuren. De tocht naar het Walhalla hebben parallellen in de Griekse mythologie in de Dionysus-mysteriën. De wijn was het beeld van de lijdensextase, als de anti-climax, wat dan weer een climax op zichzelf is. Het was de uitbeelding van de seizoenen waarin de mens aan zichzelf afstierf om zo tot leven te komen in een nieuw bewustzijn, dieper. De godin Demeter schenkt de knaap Triptolemos een graanhalm, als het symbool van de honger, het vasten en de discipline die hij moet leren. Hij moet ingewijd worden in de hongermystiek van Dionysus, die een Griekse voorloper van Jezus was. Hij moet ingewijd worden in de Ramadan. Alhoewel de Dionysus cultus hedonistische uitspattingen zoals Toronto kende, waren de Dionysische mysteriën oorspronkelijk ervoor om afgezonderd te worden om profetische openbaring te ontvangen. Toen de Romeinen dit voortzetten in de Bacchus cultus was dit om gestalte te geven aan de grootst mogelijke schandelijkheden, wat ertoe leidde dat deze feesten werden verboden. Als de mens denkt dat hij alles in kannen en kruiken heeft, dan is het vaak tijd voor een nieuwe ontmoeting, met een nog grotere realiteit. De religies zijn vetgemest en verzadigd, denkende dat ze alles voor elkaar hebben, maar het feit is dat zij allemaal verdeeld zijn tegenover elkaar omdat hun zintuigen niet werken. Ze leven door geloof in de overlevering, vaak door de geboorte bepaald. Zo worden zij tegenover elkaar opgezet. De religies hebben een diepere mystieke ervaring nodig in de T-put van de heilige honger, een heilige, profetische waanzin waardoor hun zintuigen opengaan, als een tegengif tegen Toronto. De mens moet komen tot de heilige wijn van de hongermystiek, waar de Dionysische mysteriën een beeld van waren. Toronto ontstaat waar deze mysteriën niet diep genoeg gaan, en zo ontstond ook Jezus Christus, die kwam om deze mysteriën te roven en af te dekken. Het is hetzelfde als Mozes die het volk tot de honger-wildernissen te leiden, opdat het volk zo tot het beloofde land zou komen, de honger-extase. In de Orionse mythologie is Mozes 'Aalmen'. Zippora, de vrouw van Mozes, is dan de Israëlitische vorm van Ariadne-Ariana, de GrieksRomeinse godin van het touw en de vrouw van Dionysus-Bacchus. Bacchus wijst terug op de Afrikaanse riviergodin Buk. Zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Het luipaard is het beeld van de merktekens van de honger. In de Surinaams-Indiaanse en de Amazone mythologie is zij Bakroe, de godin van de oorlog. De vergoddelijking van Jezus is de komst van Bacchus, met als climax het grote Toronto. Het is de climax van een industrie, als een betaling, als een rijtuigen-industrie. De koning zit op het beest. Toen Dionysus door piraten was ontvoerd op een piratenschip veranderde hij de mast in een wijnstok. De piraten sprongen van angst in het water en veranderden in dolfijnen. Dolfijnen zijn een metafoor van de paradijselijke hersenen. De piraten werden dus vervangen door dolfijnen. Vaak als er iets ergs gebeurt in ons leven, dan komen ook andere herinneringen terug. Het staat allemaal met elkaar in verbinding. De islam bracht het Romeinse rijk ten val. Daarna kwam Calvijn die er nog een grote schep bovenop deed, wat allemaal leidde tot de komst van Toronto, Bacchus. Bacchus was een wilde, bloeddorstige god, die volkeren innam zoals Mozes, en die uit Egypte door de Romeinen was overgenomen, ook als een voortzetting van de Dionysus cultus. Bacchus was een oorlogdsgod met wilde vrouwelijke volgelingen genaamd de Bacchanten of Manaeden, die de Bachanalia vierden, Romeinse feesten ter ere van Bacchus, ook wel de Bacchische mysteriën of orgiën genoemd. Deze feesten bestonden uit de sparagmos, het jagen op en verscheuren van een rund, als beeld van de god Dionysus, en de omophagia, het eten van de geslachte. Dit stond symbool voor de wilde natuur die de beschaving overwint, en voor het breken van de muur tussen de wildernis en de beschaving, en om zo in dieper contact met Dionysus te krijgen en deel te hebben aan zijn natuur. Dit was de voorloper van het avondmaal. Het Bacchusisme was daarom een bloedoffer-religie die het christendom zou voortbrengen. Ook Jezus moest verscheurd en gegeten worden, en Toronto was de dronkenschap hierdoor. In Athene was er 'het feest van de wilde vrouwen,' genaamd de Lenaea, en daar moest speciaal eenjarig vee gegeten worden om het kind Dionysus voor te stellen, zijn dood en wedergeboorte. In de letterlijkheid is het niet bruikbaar, en crimineel, maar in de hongermystiek kan het mes diep snijden. Ook in de wildernis culturen kwamen zulke feesten voor, en dan is het noodzaak om op zoek te gaan naar de diepere betekenis. Het zijn schaduwen van de geroofde gnosis. Alleen door in de diepte te gaan kan een mens het terugroven. In de Amazone theologie behoort de Bachanalia tot de oorlogsgodin Bakroe en tot de
42 Online Touch Home