vandaag de dag geofferd worden aan de boor van de tandarts, de hedendaagse Moloch, zodat ze giftige rommel in hun bot gespoten krijgen, wat vandaag de dag zelfs in vele gevallen niet eens meer te zien is vanwege dat ze de rommel dezelfde kleur als de tand hebben gemaakt, en als het kleine hoeveelheden zijn is het zelfs niet meer op de rontgenfoto's te zien. Als er dan problemen komen, dan valt het bijna niet meer te achterhalen. Zo heeft de duivel zich gecamoufleerd en komt zo subtiel het lichaam van het kind binnen. Een andere naam voor de Nijl is de Hup, wat ook geheim betekent, mysterie, verborgenheid. De kinderen die dus zogenaamd in de Nijl werden "verdronken" werden dus gewoon ingewijd in de Egyptische mysteriën. Farao liet ogenschijnlijk het volk gaan, maar zij kwamen alleen maar dieper in het Egyptische mysterie. Mozes zou hen namelijk nog meer Egyptologie leren. Het hele Mozes verhaal kwam uit de Egyptologie zelf, en gebeurde binnen Egypte, om zo dieper in Egypte te komen. Het volk werd gewoon van het ene deel tot het andere deel gestuurd. Ook is het als het komen van het vleselijke Egypte tot het geestelijke Egypte. Mozes leidde hen tot de cobra in de woestijn die ze moesten aanbidden. De cobra is een Egyptische godheid. Natuurlijk is dit maar een metafoor, namelijk van het touw, en dat is weer een symbool van de vruchtbaarheid, wat ook terugkomt in het boek Jozua, de leerling van Mozes, die dus ook diep ingewijd was in de Egyptologie. Shu (sha) was de Egyptische god van de hemel en de lucht, de leegte, waar ook het Hebreeuwse woord voor hemel 'sha-ma-yim, shu-mayim' op gebaseerd is, als de wet (ma, Egyptisch) van Shu, de wet van de leegte, of het zaad (mayim, Hebreeuws) van Shu, van de leegte. Shu komt in het Aramees terug als Suw, oftewel Ezau, de wildernismens, de leegte. Mozes zou het volk leiden tot de leegte in de wildernis, tot de wet van Shu, Ezau, de wet van de leegte, opdat ze aan hun ego zouden afsterven. Hij zou ze leiden tot het beloofde land, tot de hemel. S-shu, shu, is de hemelvaart in het Egyptisch, verbonden aan Seshu, de god van literatuur. S-shui is ook een woord voor de leegte. De leegte is in het Egyptisch verbonden aan het tot een einde brengen. In Egypte was er het idee dat de leegte de ware kennis bracht, en het Woord. In de leegte valt de mens in slaap, in de sha, shu, het zand, in de diepte van de woestijn waar alles de leegte ingaat. In de Egyptologie wordt dit ook het bed van Osiris, Aser, genoemd (Suri, Orions). Het is het zand wat een splitsende kracht is, wat alles verdeeld tot hele kleine korreltjes. Niets kan nog groot blijven, en dan komt alles tot leegte. Sha, sai is leegmaken, splitsen, en scheppen. Ook Ga is een Egyptisch woord voor leegte, als een blokkade, waarvan de verdrinking een metafoor is in de Egyptologie (ga, g). In de leegte komt niets gemakkelijk. De Israëlieten in de woestijn leden honger. Ze moesten alles verdienen. Ik kom tot het Woord, Ik wil diepte, Ik kom tot het orakel van alle situaties waarin ik leef, En het orakel van mijn verleden, Hierin ligt het shamanistische medicijn opgeborgen, Geef mij kennis en inzicht hierover, Dat het niet renteloos blijft liggen, Ik breng het tot de hemelse bank als een spaartegoed, Opdat de rente van openbaring tot mij zal komen, Amen Selah.
422 Online Touch Home