451

Weer wordt het woord chanah gebruikt. Elke iysh, slaaf, moet tot chanah komen, tot zijn eigen tent. 53zullen de Levieten zich rondom de tabernakel der getuigenis legeren, opdat er geen toorn ruste op de vergadering der Israëlieten; de Levieten zullen zorg dragen voor de tabernakel der getuigenis. De Levieten moeten dus persoonlijk zorgdragen voor de opname van elke iysh. De opname gebeurt door de bezetting, de chanah, oftewel de uithongering als het heilige vasten waarin de iysh loskomt van zijn ego. De Levieten zijn hier een beeld van ntr in het Aramees, alertheid. Alleen alertheid kan dieper de leegte inleiden. In het Egyptisch is dit een woord voor god. 54En de Israëlieten deden het; juist zoals de Here Mozes geboden had, deden zij. Jehovah, havah, Eva, heeft diepe Egyptische wortels, want Hefa is de Egyptische moeder aarde, en hefau is de dualistische oerslang (seba, aapep). Hefa is ook de god die tot de aarde buigt, als de slang die in het stof wordt geworpen, als een beeld van het teruggaan tot de aarde. De slang is het beeld van het touw, als de ingang tot de aarde, tot de baarmoeder. Vandaar dat Eva en de slang Egyptologisch gezien aan elkaar verbonden zijn, met elkaar samen werken om de mens tot de gnosis te doen ontwaken. Eva en de slang zijn één, als een beeld van moeder Nuwd, Nod, die ook heel lang wordt als een slang, tussen hemel en aarde, en die de baarmoeder van de nacht vormt, waardoor Ra afdaalt in de onderwereld. Toen Kain Hobel had gedood, als een beeld van zijn ego, moest hij terug naar Nod. Numeri 2 1De Here sprak tot Mozes en Aäron: Mozes is de opname in het Hebreeuws, en Aaron, aharan, van har, de inwijding. 2De Israëlieten zullen zich legeren ieder bij zijn vendel onder de veldtekenen van hun families; op een afstand zullen zij zich rondom de tent der samenkomst legeren. In het Hebreeuws : elke iysh draagt het teken van zijn eigen gevangenschap (bayith), gesteld onder een bijmoeder (bana). Natuurlijk is dit metaforisch. Het is de heilige gevangenschap van de educatie. Zij zijn de gestenigden (ab, luipaarden, Hebreeuws-Egyptisch), oftewel hen bij wie de wet is ingeprint. 3Aan de oostzijde, aan de kant waar de zon opgaat, zal het vendel van de legerplaats van Juda zich legeren naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab; Nachson betekent de aankondiger. Amminadab betekent "verduistering door samenvoeging". 4en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vierenzeventigduizend zeshonderd. Leger kan ook weer dienstbaarheid betekenen, dus niet noodzakelijk oorlog. 5Naast hem zal de stam Issakar zich legeren. De vorst nu der zonen van Issakar was Netanel, de

452 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication