467

Libni betekent reinigen (witmaken), en Simi betekent horen en gehoorzamen. 19De zonen van Kehat naar hun geslachten waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Amram, de stam (am) van ruwm, rm, de opname, de vissersgodin. Mozes kwam voort uit Amram. In het Aramees is de rm de hoogte, de heuvel, verbonden aan Rimmon, de Syrische god van de donder, storm en regen, van Damascus (vgl. Damascus ervaring van Paulus), ook genoemd Had, Hadad, HT, de god van het bloed-orakel, oftewel van het ontvangen van het profetische woord door het doodbloeden van het ego. Rm is een Egyptische vissersgod(in), en betekent ook de opname, tot een hoger niveau komen. Rm-ra, of ra-rm, als een Egyptische vorm van yah-rm (Jeremia), is ook een vorm van de krokodillengod Sebek, een Egyptische watergod. Jishar betekent openbaring. 20En de zonen van Merari naar hun geslachten waren Machli en Musi. Dit zijn de geslachten der Levieten naar hun families. Machli betekent in de wortels versieren met zachtheid en zoetheid (chalah). Musi betekent gevoeligheid. 21Tot Gerson behoorde het geslacht der Libnieten en dat der Simieten; dit waren de geslachten der Gersonieten. De Gersonieten waren degenen die over het transport van de voorhangsels en tentbedekkingen waren gesteld. In die zin hadden zij een poort-functie. In Jozua 21 krijgen de Gersonieten dertien steden en hun weidegronden. Ook het Egyptische Gersi betekent poortwachter, en qeri-a. Het Egyptische woord karsa (garsa, grs) staat voor het touwwerk en de tentbedekkingen, waarvan het Hebreeuwse woord Gerson kwam, en waardoor Gerson hierover was aangesteld. Gerson was ook aangesteld over het mandenweefwerk, wat dezelfde betekenis is als de Egyptische wortel khari, gari, de wever van manden. Ook betekent dit het afdalen. Gerson betekent afzondering, ook van de Egyptische ger (kher) wortel met dezelfde betekenis. Kheri-a is een Egyptische wortel voor tol en belasting, waar de Gersonieten zich mee bezig hielden. Zij waren de stam van de ingangen. De grawortel is ook verbonden aan melk, en de grh wortel is de naam van een oergodin. 22Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zevenduizend vijfhonderd. Zeven is het getal van de compleetheid, de afronding en de voleindiging, terwijl acht het getal is van de eeuwigheid en de oneindigheid als een symbool daarvan. 23De geslachten der Gersonieten legerden zich achter de tabernakel aan de westzijde. Ook Egyptenaren waren dus in deze stam. Hebreeuws : Zij gingen bij de zee, rivier (yam) wonen, aan de westzijde. 24En het familiehoofd der Gersonieten was Eljasaf, de zoon van Laël. Eljasaf betekent verandering, groei. Lael betekent voorhangsel. 25De Gersonieten nu hadden bij de tent der samenkomst, zowel tabernakel als tent, de zorg voor de dakbedekking, het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst, Ook in het Aramees gaat het om "markt prijzen" bij de ingang, wat natuurlijk geestelijk is, dat de

468 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication