47

omdat de mens dit niet uit eigen kracht kon. De islam bracht de totale hulpeloosheid, de Ramadan. Al deze vier elementen werden uitgewerkt in Calvijn : Mozes was de derde wet, de L-wet van gelimiteerde verzoening. De L-wet is de scheiding tussen de uitverkorenen en de goddelozen. Jezus was de komst van de vijfde wet, de P-wet van de volharding van de heiligen, wat zeer persoonlijk is, alhoewel Calvijn stelde dat de andere wetten hieraan vooraf gingen, omdat de mens vanuit zichzelf niets te willen heeft, i.e. geen vrije wil heeft. Dit was een groot oordeel. De islam is de eerste wet, de T-wet, de put van de Ramadan, oftewel de hongerput. Paulus was de vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, de I-wet. Calvijn zelf was de tweede wet, de U-wet, van de uitverkiezing, wat zijn Germaanse wortels had in de komst van de Walkuren, de Germaanse amazone godinnen, die op zoek gingen naar hen die op de strijdvelden een brute dood aan zichzelf waren gestorven. De mens moet afsterven aan de valse sierzucht van het materialisme, en zich sieren met de heilige kennis, maar dit gebeurt in het verborgene. De mens moet niet opgeblazen in de kennis worden. De valse sieraden van religieus en stads materialisme oordelen vals en overmoedig, wat een teken is dat ze zelf onder het oordeel zijn. De valse sieraden roddelen vluchtig. Een groot esoterisch sieraad ligt hier in verborgen. De mens moet de Ramadan-mystiek leren kennen, diep afdalen in de T-put, om zo tot de heilige onweerstaanbaarheid te komen. Op dit punt is de mens hard geslagen, een brute dood gestorven, zodat hij niet meer naar het strijdveld terugkan. Hier heeft de mens zijn dwaze zelfverzekerdheid verloren. De mens wordt zoals Jezus Christus versierd met spot. Paulus bereidt hen daar op voor. Het gaat om de individuele honger. Dit gaat zijn hoogtepunt krijgen in de islam waar de mens geen vader meer heeft. De mens moet afsterven aan het hebben van een vader. Zo diep gaat de honger. In het evangelie moet de mens zijn vader en moeder verlaten om zijn vrouw, de gnosis, aan te hangen. Ook dit is beeldspraak. In diepte moet de mens de honger aanhangen als zijn vrouw, wat niet letterlijk is. De zogenaamde vrouw is gewoon een beeld van de verlatenheid. Dat is ook de betekenis van de zevenenzeventig vrouwen die de man in het paradijs krijgt. Het is de grote verstoting door de honger. De mens wordt bespot, zoals ook Jezus bespot werd aan het kruis. De mens moet zoals Job de dood begeren. Het leven heeft de mens misleidt. Alleen in de honger kan de mens waarlijk afsterven. Alleen de honger drijft de mens tot waanzin in de wildernis, om zo open te staan voor de oneindige kennis. Het door de stad geconditioneerde denken moet sterven, totaal uitgehongerd worden. De mens moet het blind grijpen naar rijkdom en het dwepende aanbidden ervan afleren. De mens overwint in die zin niet door het strijden, maar door het lijden. Wanneer de mens wordt opgetuigd met de attributen van het lijden sterft de mens. De mens is dus onderworpen aan allerlei grenzen, wat de heilige restrictie is, de derde esoterische wet van Calvijn. De vijf wetten van Calvijn, de zogenaamde TULIP, zijn in de gereformeerde esoterie vijf dynamieken van het heilige touw. Het bevel van de Heilige Restrictie, de derde wet, de L wet (limited atonement), legt het alarm aan, en staat zo gelijk aan de demonologie. Dit bevel is : "Leert uw grenzen kennen." In het amazonisme is dit de vijfde wet. In de islam is dit de tweede zuil, de tweede wet, van de heilige rituelen (rituele gebeden). Het ritueel is een uiting van de heilige grenzen. Hier wordt de werking van het alarm besproken. Het alarm is niet alleen om de grens te verduidelijken, maar ook om pijn en oordeel te leveren zodat de mens zich daadwerkelijk terugtrekt. Wel is het zo dat de Heilige Restrictie de mens eerst test, door getuigen op te stellen die de mens in verzoeking proberen te brengen, hen af te leiden van de waarheid, opdat ze de grens zullen overtreden. Vandaar dat de vijfde wet van het esoterische calvinisme zo belangrijk is : de volharding van de heiligen, oftewel de heilige eeuwigheid, de P-wet (perseverence). In de esoterische islam is dit de eerste zuil, de sjahada, het eeuwige getuigenis. In het amazonisme is dat de derde wet die de mens in alle horizontale beweringen over rassenverschillen en cultuurverschillen doet afsterven, om zo eerst een vertikale verbinding met de eeuwige bron te maken, om vandaaruit te komen tot de bruggen met hen die ook die verbinding met de eeuwige bron vertikaal hebben gemaakt. Dit zijn dus de bruggen tussen de "vertikalen." Zij die puur

48 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication