markt van. Ze zijn vastgegroeid in de stad en groeien niet meer door. De mens moet door de oneindige en eeuwige leegte heen om die te overbruggen, want daarachter ligt het hemelse of nibaanse bewustzijn. Dit is allereerst een dualistisch gebied van verbeeldingsloosheid en antiverbeeldingsloosheid. Waarom is dit zo ? Omdat er nu eenmaal goede verbeeldingsloosheid is en valse verbeeldingsloosheid. Daarachter ligt een gebied van de uitdoving van verbeelding en gevoel. Zo komt de mens uiteindelijk tot ultra-bewustzijn, tot oneindig en eeuwig bewustzijn. Dit is en blijft een dualiteit. De schelp is leegte. Alles valt daarin weg. Alles gaat tot de vergetelheid. Hoe komen we hier ? Allereerst moet men beseffen dat weerstand een illusie is. De mens moet ook geheel loskomen van de verbeeldingen van weerstand. Het ligt namelijk veel dieper. Wat men ziet is de weerstand door het ego, wat alles om ons heen heeft lopen voorstellen, in kannen en kruiken gedaan. Eerst moet de mens de weerstand overstijgen, dat ook loslaten, maar zich niet overgeven. Het gaat om het loslaten om de verbeeldingen van weerstand te overstijgen, de voorstellingen van verzet, en ook alle voorstellingen van overgave. De mens moet al deze inbeeldingen loslaten, en ook het loslaten moet losgelaten worden. Zo vlucht de mens. Elke vorm van weerstand en elke vorm van overgave moet losgelaten worden, omdat het allemaal illusie is. De mens moet de diepte in, door telkens weer los te laten. Het ultra-loslaten is het oneindige en eeuwige loslaten wat vanzelf vrucht gaat dragen. Dit is het leeuwse leven. Je wordt ergens door gegrepen, maar je laat los, ook als het je meesleurt. Het zijn illusies, en zelfs loslaten is een illusie, dus dat laat je ook los. Je laat alle verbeeldingen van het loslaten los. Zo ontstaat er een innerlijk leeuws vuur, wat je ook weer loslaat. Zo wordt het vuur geblust, wat je ook weer loslaat, en dan moet je de aandacht en alle voorstellingen van aandacht loslaten. Ook alle verbeeldingen van concentratie en van de oneindige veelvuldigheid van dingen moet je loslaten. Ook het wachten en de verbeeldingen van het wachten moet je loslaten. De leeuw wacht op de vrucht, maar je laat het los. Je probeert je nergens in te passen, maar je laat het los. Dit is de metafoor van de aap, als de apen-verlichting. De aap moet de leeuw helpen in het nog dieper loslaten, uit te stijgen boven de illusie van weerstand. Apen zijn zeer boeddhistische wezens. Je laat dus de illusie van weerstand en veelheid los, en ook de illusie van overgave. Alles gaat om de vrucht, niet om het gemaakte. Zo kom je tot het innerlijke vuur van de aap, het nibaanse vuur, wat het valse vuur uit heeft geblust, puur door het loslaten. Het is een schuim, een hormonaal plasma, verborgen liggende in de dieptes van Betelgeuse, de kern van Orion. De mens wordt zo totaal zacht en totaal hard, als een dualiteit. Als iemand aan de rand van het oneindige bewustzijn is gekomen, dan moet hij zijn zelf volledig loslaten om binnen te gaan. In het loslaten is de vrucht. Hoofdstuk 42. Het Verstand II In de oneindige, eeuwige ruimte ervaart de mens uiteindelijk de letter van de dhamma, en de diepte ervan. We gaan verder met het derde hoofdstuk van de Dhammapada, het Verstand :
498 Online Touch Home