515

Het was een zondaar, een zwart schaap. Het was een duivel, een afvallige, een volgeling van satan, een ketter, een ... een ..." "Laat maar," zei God, en negeerde de christen verder. Op dat moment kwam een atheist bij de hemelpoort met het verloren zwarte schaap in zijn armen. God keek de atheist aan en sprak : "Zie, gij hebt het juiste deel gekozen. Gij hebt alles achter u gelaten om het verloren schaap te vinden en te brengen tot mij. Goede gedaan, getrouwe dienstknecht, gaat in door de hemelpoort." Toen richtte God zich weer tot de christen die er beteuterd bijstond. "Waarom hebt gij uw sleutel tot eeuwig leven weggeworpen ?" sprak God. "Gaat terug. Er zijn nog vele verloren schapen die gij tot Mij moet brengen. Stel me niet nog een keer teleur." "Goed, Heer," sprak de christen. "Ik zal doen wat u van mij verlangt. Ik hoop dat ik het zal onthouden." "Kom niet nog een keer met zulke smoesjes aan," sprak God. "Zeg, weet je eigenlijk wel wie ik ben ?" "Maar natuurlijk, Heer," sprak de christen, "hoe zou ik dat nu kunnen vergeten." "Ik was het verloren schaap wat je niet had willen zoeken," sprak God. "En nu wegwezen."

516 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication