534

ook weer de diepte. Met andere gebieden heb je teveel en te snel te maken met allerlei verdichtingen (als in overmoed) dus dan reikt het gewoon niet tot een bepaalde hoogte wat je nodig hebt om verder te komen, dus op een bepaalde moment stopt ook alle groei. Het is een beetje het probleem met mensen van de gnosis van : "Waarom ben ik op deze wereld, omdat ik vanuit het hart van die Orion-leegte kom, en altijd ontzettend diep "doordenk" met alles en alle gevolgen kan zien van bepaalde acties en van al die verdichtingen, waar ik me ontzettend aan irriteer telkens, zo van : Moet ik de enige zijn die dit dan allemaal moet zien ? Ik wordt dag en nacht onderwezen, en dan irriteert het me als ze in de kerk eens één keer in de zoveel tijd een visioen of een droom hebben, en wat dan gewoon is om de westerse bijbel te bevestigen ofzo, dus het groeit niet, het verdiept niet, maar komt altijd weer uit op dezelfde dogma's, waar wij niet vrolijk van worden. Wat is het leven dan saai, en dan moet ik ook nog eens zien waar dat allemaal op uitloopt. Daar kan ik dan wel weer creatief mee omgaan, en dat dan ook weer verdiepen, maar het speelt soms wel." Ergens in de diepste leegte dus, wat Orion representeert, waar de lucht (gas, stroom) dus zo dun wordt dat alles knapt, daar ontstaat een ultra-dimensionale realiteit (dieper dan de gewone multidimensionale realiteit). Dan ga je dus ook door een soort van vergetelheid-ervaring of nirvana. Dat is wat Orion is, het technische samenspel tussen vergeten en weten, het diepste komt ook weer het hoogste en dringt dan ook weer verder binnen tot de kern. Vandaar dus dat Orion en de aarde in elkaar verwoven zijn. Orion is dus een belangrijk spijsverteringskanaal in de mens, en zo ook Betelgeuse, de kern van Orion, als de poort tot het paradijs, want dan moet de mens na het ontvangen van de nodige energie-organen komen tot de rand van het heelal. De rand van het heelal is een cirkel, als een waterval gebied, en rondom die cirkel liggen allemaal parallelle realiteiten die ook door dimensionale randen zijn afgezonderd, als een web van black hole lijnen, die onder zware stroom staan. De rand van het heelal is dus ook de kern of kern energie van het heelal waarin de mens binnen behoort te gaan, in de cirkel van het nibana. Volharding is gebouwd op dankbaarheid, wat nodig is om de kern van het heelal binnen te gaan. Volharding is de vijfde wet van het calvinisme, als de heilige onontkoombaarheid, en de heilige onweerstaanbaarheid is de vierde wet van het calvinisme, wat niet zomaar buiten de wil van de mens op de mens afkomt. De mens moet namelijk zelf de heilige onweerstaanbaarheid worden. Het is een kwaliteit van de mens, wat gewoon een metaforische vertaling is van de dankbaarheid. Dankbaarheid is een belangrijke bescherming tegen materialisme en altijd maar meer willen. Dankbaarheid kijkt in de diepte. Dankbaarheid is een zintuig, als de basis voor volharding, wat ook een zintuig is. Het zijn de vierde en vijfde pilaar van het transcendente calvinisme. Het is van belang dat de mens tot de vierde pilaar komt, en een relatie aangaat met de heilige dankbaarheid. Dankbaarheid is het doorzien van het kruis, het aanvaarden van het kruis, voor hogere doeleinden. Soms kan de mens het kruis niet doorzien, en dan is er volharding nodig. Zo is er een wisselwerking tussen volharding en dankbaarheid. Soms ziet een mens de weg niet, is de mens diep in de golven, en doet het kruis alleen maar pijn, slaat het doof en blind, maar dan is daar de heilige volharding. De mens is als een gebondene tussen de vierde en de vijfde pilaar van het transcendente calvinisme, net zoals Simson. Hij "brak" deze pilaren om de vijand, zowel het individuele ego als het collectieve ego, uit te blussen, opdat hij het Nibana zou ingaan. Hij stond blind tussen de pilaren, en begreep het niet. Hij was in grote verwarring, en hij moest de pilaren "breken", oftewel decoderen. Hij moest de puzzel oplossen. Het volk Israël leefde in "ballingschap", en moest dit verdiepen door de honger-ervaring, de leegteervaring, in de wildernis, bemidbar (Numeri). Dit is de eerste pilaar van het transcendente calvinisme. In de tweede wet wordt men dan gegrepen door de uitverkiezing, als door een natuurverschijnsel, wat gebeurt in de diepte van de honger-put, het heilige atheisme. Communisme, het gegrepen worden door de context, wordt namelijk opgewekt door de wet van contrasten, dat als je diep genoeg in de ene pool gaat, dan wordt vanzelf de tegengestelde pool opgewekt. Dieper in het

535 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication