luisteren, zegt de Here." In het OT is dat een dualiteit. Het kan ook een vijand zijn die gebruikt wordt. De MENG hiëroglief is een berg, een blokkade, waaruit een bron ontspringt. Alhoewel de bron onwetendheid is moet de mens hier zijn weg door zien te vinden. In de eerste lijn wordt de mens door de onwetendheid aan handen en voeten gebonden, om een norm vast te stellen, om een metafoor te maken, die dus niet letterlijk genomen moet worden, maar metaforisch. Maar juist omdat de mens in de onwetendheid is zal hij dit snel verletterlijken en misverstaan. Dit is verbonden aan het groeiproces. De mens krijgt eerst het letterlijke opgedrongen, en daarna mag het zich esoterisch gaan vertalen, en mag de mens tot het volle spectrum komen. De mens wordt dus eerst vernederd en onderworpen. De tweede lijn is in deze situatie het komen van de mens tot een vrouw. De zoon zal nu de familie onderhouden. Dit is ook gebeurt in het christendom. De onwetendheid bracht de zoons-archetype voort en verzekerde het gehele menselijke ras. De derde lijn laat een vrouw zien die een zwakte heeft voor de rijkdommen van mannen, een zwakte heeft voor weelde, als de opkomst van het katholieke, materialistische systeem. Het is de komst van de onbezonnenheid, vanuit de onwetendheid. In de vierde lijn wordt de onwetende weer gegrepen en vernederd, als beeld van de komst van het calvinisme. In de vijfde lijn wordt de onwetende tot de verlichting getrokken en tot materialistische welvaart, wat als de komst van Toronto gezien kan worden. In de zesde lijn worden de eindjes aan elkaar geknoopt, wordt de dualiteit getoond en kan er verzoening komen op het esoterische pad. Er wordt een brug gebouwd tussen het letterlijke en het symbolische, en tussen de talen onderling. De verbanden gaan gezien worden. Dit hele stelsel is als de school van de MENG waar de mens een relatie krijgt met de verschillende dynamieken, waarvan de relatie tussen man en vrouw een beeld is. De MENG is een pedagogisch opvoed-systeem van kind tot volwassene. De ninja is hiervan een schaduw, als een roekeloze spijbelaar. De berg in de MENG hiëroglief is in het oude China ook een hand, als een straffer en een hindernis, om zo het kind te beschermen en op te voeden. Het verborgene komt aan het licht. De MENG wordt hier weer teruggeroofd van de ninja's, juist door de MENG beter te begrijpen. Iedereen moet leren profeteren. Nadat de MENG-wachter is teruggeroofd en uitgeschakeld zijn de ninja's kwaad en zoeken toevlucht bij volharding, trouw. Zij eten hierin, maken plezier. Zij stellen zich afhankelijk en geduldig. Ze bidden tot hun goden, en laden zichzelf op. Dit is geheel tegengesteld aan de profetische wetten, maar zal een eigen schaduw-profetie opstellen, oftewel valse profetie. Dit is de HSU hexagram in de I Ching, de vijfde, wat tegelijkertijd ook de vijfde wet van Calvijn is, de eeuwigheid. Dit is de hexagram van bloed, van het dienen. Het is een man die bidt om regen. In het oude China is het ook een man die de staart van een draak optilt, zoals Mozes de staart van de slang moest optillen, als een beeld van Saveer bij de wortels grijpen. Naast de man staat een monnik die hem onderwijst. Het is een portaal van kracht. Laten we kijken naar de zes lijnen van de HSU die mensen misbruiken om zo anderen hen te laten dienen : lijn 1 : De hongerige is in de buitenwijk, in de tuinen, en de tijd is nog niet rijp om te strijden. De hongerige werkt in de tuin. lijn 2 : Er wordt geroddeld om de hongerige te testen, uit te dagen, maar de hongerige moet in de tuin blijven. Er moet hierin geduld en voorzichtigheid geoefend worden, en hierin moet volhard worden. De mens moet rusten zoals in het vijfde zegel van de Openbaring. De mens schreeuwt om wraak, maar alles wat de mens krijgt is een wit kleed. lijn 3 : De hongerige daagt de vijand niet uit, maar de vijand komt zelf, als een rover, en drijft de hongerige in de modder achter de tuinen, wat een beeld is van de heilige vertraging. lijn 4 : Het water verandert hier in bloed, als de bruiloft te Kana. De rover, de ninja, heeft in zijn overmoedigheid een wond geslagen. De mens wordt gedreven tot een put, tot een afgrond, tot de wildernis. lijn 5. De mens komt zo volledig tot de honger waarin grote veiligheid is. Het voedsel van de stad maakt de zintuigen van de mens niet meer corrupt. lijn 6. De mens breekt in de honger, en valt in grote zwakheid dieper. De mens kan niet meer wachten en verzet zich. De mens is echter in de heilige gebondenheid, en wordt tot heilige waanzin
60 Online Touch Home