661

industrie als verdwaald in een meedogenloze machine, die later door de medische industrie werd overgekocht. Om hieraan te ontkomen moet de mens nog dieper gaan om tot de natuur-industrie te komen, die nog wel veel robotischer is en veel industriëler. De stads-industrie is gebonden aan werktijden, en zijn na kantoor uren gesloten en zijn dan ook totaal onverschillig naar hun werk. Het is allemaal heel zakelijk. Terwijl hen van de eeuwige stilte altijd werken. Hun hele leven bestaat uit industrie. Zij wijken niet af van de rode draden. Hierin vinden zij hun rust. Er zitten geen lekken in. Het Wonder van de Vur, het commentaar op de Vur, zegt hierover in het commentaar op boek 99 : 'Zij die het sluier van de wildernis niet kennen, zullen het nooit dieper binnengaan. Eerst raakt de mens in de sluiers verstrikt, totdat hij het raadsel ervan heeft opgelost. Het gaat dus om de arbeid, en een lui mens zal zich niet in deze industrie begeven.' Alleen door volledig en robotisch industrialisme zal het raadsel opgelost worden. De rest zal afsterven en gerecycled worden. Luiheid is geen optie. De mens moet er geheel voor gaan of helemaal niet. Er is dus een heel groot verschil tussen stads, religieus fundamentalisme, en Vurisch fundamentalisme, wat een natuurlijk fundamentalisme is om te overleven. Stads industrialisme is materialistisch, gejaagd, geforceerd, oppervlakkig, monopolistisch, parasitair, werkend voor de medische industrie, de top van de pyramide, en daardoor bloedzuchtig, want deze industrie leeft door bloed, door dood en verderf. Het is een zwaar virus, een hersenvirus. De ware dimensie van creativiteit ontbreekt. Ze zijn niet gemachtigd waarlijk te dromen, maar ze zijn aan de drugs, allemaal om het oude systeem in stand te houden, zij het in nieuwe jasjes. Ze werken veel met camouflage, en dat is het bedriegelijke ervan. Pas op voor het masker. Ze kunnen overal zijn en overal binnendringen, en houden dan ongemerkt hun dodendansen, hun kannibalendansen om je heen. Jij staat op het menu. Laat je niet voor de gek houden. Hoofdstuk 23. Korte Bespreking van Tranen van Vuur Op de boekomslag van het Tweede Bijbelse verhalenboek 'Tranen van Vuur' zien we de aan de rode drugs verslaafde Vrouw Hertint tussen de klaprozen met een oorlogsvisioen opgewekt door de drugs. Hertint is een figuur uit de tweede bijbelse mythologie. Het is een kort, poëtisch verhaal wat zomaar abrupt eindigt met een open einde. Maar de rest van de verhalen zijn ervoor om het aan te vullen. Het stuk 'Hertint' is een centraal punt in het boek, waar eigenlijk alles omheen draait. Haar drie roodharige kinderen zijn oorlogsvisioenen die we zowel in het verhalenboek als in de geschiedenis kunnen terugvinden, en zelfs in ons persoonlijk leven. Dat het centraal ligt komt er ook door dat verschillende regels van het verhaal ook in de Bilha staan, alhoewel Hertint zelf niet genoemd wordt, en ook haar man, Hertant, niet. Het is een vast scenario : Mensen oogsten wat ze zaaien. Mensen hallucineren wat ze roken. Alles draait om oorzaak en gevolg. Dit zijn vaste wetten waar de mens niet aan kan ontkomen. De kinderen zijn de vruchten van het werk van de ouders. Dat wil zeer zeker niet zeggen dat slechte ouders altijd slechte kinderen krijgen. Neen. Dat zou te kort door de bocht zijn. Tegengestelden trekken elkaar aan, en we hebben altijd weer te maken met

662 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication