3Maar langer kon zij hem niet verborgen houden; daarom nam zij voor hem een biezen kistje, bestreek het met asfalt en pek, legde het kind erin en zette het in het riet aan de oever van de Nijl; Besmeren met asfalt en pek is in het Hebreeuws ook het gisten van wijn, de dronkenschap, als een beeld dat Mozes stond voor de extase van het inzicht wat na de heilige verdrinking voortkwam, als een rood visioen. De oever van de Nijl is in het Aramees de taal van de Nijl (sepa, septa), oftewel de Egyptologie waarin dit rode visioen te vinden is. Het Hebreeuws is namelijk nergens zonder de context van de Egyptologie die alles op diepte verklaart. 4zijn zuster ging op enige afstand staan om te zien, wat er met hem gebeuren zou. Hebreeuws : om te onderscheiden (yada). 5Toen kwam de dochter van Farao om in de Nijl te baden, en intussen wandelden haar dienaressen langs de Nijl; zij zag het kistje in het riet en zond haar slavin om het te halen. Dit is een beeld van dat het Hebreeuws niet verstaan kan worden zonder het Egyptisch, die de Hebreeuwse moedertaal is, naast het Aramees. Alleen de Egypto-Hebreeuwse exegese kan tot zo'n diepte leiden dat het de heilige dronkenschap van inzicht brengt. 6Toen zij het open deed, zag zij het kind, en zie, het jongetje schreide, zodat zij medelijden met hem kreeg en zeide: Dit is een Hebreeuws kind. Zij hielp Mozes als een vroedvrouw, een Hiti, bij de wedergeboorte. Zij nam hem uit het water als de verdronken Osiris die was wedergeboren. In de Egyptologie werd Osiris namelijk gelokt tot een kist, en toen hij erin was werd de kist verzegeld en in de Nijl geworpen. 7Toen zeide zijn zuster tot de dochter van Farao: Zal ik voor u uit de Hebreeuwse vrouwen een voedster gaan roepen, om het kind voor u te zogen? Het was niet de bedoeling dat Mozes zuiver Egyptisch zou worden. Het ging om de EgyptoHebreeuwse link. 8En de dochter van Farao zeide tot haar: Ja. Toen ging het meisje de moeder van het kind roepen. In het Aramees moest Mozes verbonden worden met de hoofdstam van de wijnstok, een rituele liturgie. 9En de dochter van Farao zeide tot deze: Neem dit kind mee en zoog het voor mij, dan zal ik u het u toekomende loon geven. Daarop nam de vrouw het kind mee en zoogde het. Het kind wordt alleen in bruikleen gegeven, en moet daarna weer terug naar degene die hem wedergeboorte heeft gegeven. 10En toen het kind groot geworden was, bracht zij het naar de dochter van Farao; en hij werd door haar als zoon aangenomen, en zij noemde hem Mozes, want, zeide zij: ik heb hem uit het water getrokken. In het Aramees staat : toen het kind in getal groeide (rby). In het Aramees was Mozes niet de enige die door de dochter van de Farao gered werd en veilig gesteld, maar ook vele anderen, en toen het getal vol was werd hij gebracht tot de dochter van de Farao.
681 Online Touch Home