717

aan de MATI. Dit is hetzelfde als het Issaschar-principe van het zevende zegel. In de NEPH, de afgrond van de onderwereld, wordt dit principe vereeuwigd, OWLAM in het Hebreeuws, LM in het Aramees, als ILIM. Dit is de diepere betekenis van de NEPH-ILIM aan de andere kant van de paradox, als de eeuwige verlamming-piercing. Zo worden we voor eeuwig gebonden aan de MATI, de wet. NEPH (NEB) gaat dus over in THET, THOTH, bloedvergiet en van daaruit hardheid wat de Arawakse betekenis is van THOTH, als TATAN. Zo zien we hier dus de weg en het proces tussen zacht en hard.Wij moeten hard worden door de diepere zachtheid. Het Sekhmet-Hathor principe is dus een vissersprincipe. De vis is de ziel die de eeuwige verlamming is ingegaan. zachtheid-verlamming-piercing-wet-hardheid Dit is dus waar NEPH-TYS voor staat, NEB-THET, de godin van de dood, de slavernij, de geboorte, het klagen (klaagliederen) en de nacht. Juist in de nacht manifesteert zij zich door dit proces. Ook is op sommige Egyptische arken de zwarte hond ANUBIS te zien, als een wachter. Hoe kan de nephilim overwonnen worden ? Door tot de diepere betekenis van de nephilim te komen, de goede betekenis. In de diepte is de NEPH-ILIM een Urim en Thummim : NEPH : verlamming-piercing ILIM : eeuwigheid Wij kunnen dus niet zomaar tot de eeuwigheid komen, maar alleen door NEPHTET, NEPHTYS, de wachter van de ark, die ze bewaakt met haar zuster ISIS, oftewel SIRI, zaad, de MAYIM. Ook dit zaad is weer een beeld van bloedvergiet. In die zin zijn TOTH en ISIS nauw aan elkaar verbonden. NEPHTYS, NEBTET, NEPH-TET, is ook de wachter over één van de zonen van Horus, namelijk over HAPI, die de longen representeert. De nieuwe longen zullen werken door bloedgas. De lucht zal worden tot bloed. KANAAN betekent de doorstekingen, de piercings. Ook AMOWC, Amos, had deze betekenis, en het merkteken van het beest, 666, oftewel SEKH-MET, het inprinten van de wet, als een belangrijke URIM en THUMMIM. In het Hebreeuws is RA'AH zien, visioenen hebben, waar het hele evangelie in de grondtekst om draait. Eén van de meest bekende goden uit Egypte was altijd Ra, de zonnegod en schepper. Ook hij is een oorlogsgod. Hij duikt veel op in de Egyptische geschriften. In het Sranan Tongo is dit RAI, advies, raad, strategie. In het Karaibs is RA het fundament, de vloer, en de borstvlakte. RA'A, of RAPA is herhaling, weer, terug, als dynamieken die telkens weer terugkomen, als in een cyclus. Hierom is RA een belangrijke cycli-realiteit waardoor alles weer terugkeert in vernieuwde vorm. Ra gaat in zijn ark voortdurend door de cyclus van de onderwereld. Jibril, Gabriel, komt van het Hebreeuwse Gabar, wat de heilige gebondenheid door overweldiging en onderwerping betekent. De KEBA is de Aramese ark, wat in het Arabisch de KABA is als een ark-gebied, het heiligste gebied. In de Egyptologie is dit verbonden aan Geb, de god van de aarde. Hij is de groene vruchtbaarheidsgod, als een equivalent van het groene paard van overwinning, het vierde paard, wat dan overgaat en nauwverbonden is aan het witte paard van de dubbele moederschoot die geboorte voortbrengt. Wij moeten dus terugkeren tot het mysterie van de ark en van Jibril, Gabriel, de

718 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication