idealistisch. De mensheid doet teveel, rent rond als een hysterische Martha, zonder fundament. Daarom spoort Nietzsche aan tot vertraging : Kom tot je zinnen. In dat opzicht is hij als een westerse filosofische boeddha, want hij zegt dat niets doen beter is dan iets doen, en dat heeft in de Nietzschische filosofie natuurlijk een veel diepere betekenis, want hij is allesbehalve passief. Hij bedoelt dat er teveel gevaren in de lucht hangen om zomaar in het eerste het beste schuitje te springen wat langs komt. De mens moet weer waakzamer worden, en dan is het heilige nihilisme als het ideaal van de hoogste geestelijke kracht de noodzakelijke afremmer. Zo niet, dan zal de samenleving het ravijn instorten. De mensheid is gebonden in allerlei krankzinnige onmiddelijkheid, waar Nietzsche tegen strijdt. De wil van de mens is zwak. De mens heeft de gnosis nodig, de hogere filosofie. Een mens is het meest nuttig en bruikbaar voor zichzelf wanneer hij zijn eigen acties zoveel mogelijk inperkt. Minimalisme dus, alleen doen wat nodig is. Hij wijst hierbij op het archetype van de asceet en de hermiet, van de fakir, de persoonlijke, besloten, heimelijke filosoof. Hij stelt dat de mens geen ziekte erft, maar een gebrek aan weerstand tegen de sociale ziekte. Hij zag zichzelf als de goddelijke boodschapper om het medicijn te brengen, de antistof. Hij wilde het volk weer weerbaar maken, maar dan in filosofische zin. Hij moest het daarbij opnemen tegen de goden die over de samenleving heersten. Nietzsche stelt dat de waarde van de krankzinnigheid van de beschaving ligt in het feit dat het het bepaalde normale verschijnselen vermeerdert die moeilijk te onderscheiden zijn onder normale condities, dus eigenlijk maskert de krankzinnigheid zichzelf zo, door 'normaal' over te komen. De eveneens 'normalen' kunnen dit vervolgens niet ontmaskeren. Het is de subtiele terreur van het normale. De mens weet vandaag de dag niet meer wat normaal is. Volgens Nietsche moest de mens eerst weer terugkeren naar binnen door het heilige nihilisme, om zo het gezicht van de hogere filosofie, de hogere rede te zien. Door onnihilistisch, oftewel hyper optimistisch de samenleving te gaan helpen, zonder plan of strategie zou de strop zijn. Er moest een hogere educatie komen, niet door allerlei instituten, maar door de persoonlijke, heimelijke, besloten filosofen. Dit zou een geestelijke oorlog zijn. Hij stelde dat de beschaving in valse vrede leefde. Het leven was voortgekomen vanuit oorlog, en de samenleving zou een middel tot oorlog zijn. Hij stelde dat wat geen heilig nihilisme had, en dus vol was met oververtrouwen, was het ware zwakke en uitgeputte, en dat moest weg. Het had geen nuance. In zijn ogen was het fysiologische onbegrip wat dit niet kon onderscheiden de wortel van al het kwaad. Het menselijk ras was corrupt vanwege dit. Ze herkenden uitputting en zwakte niet als zodanig. Ze draaiden alles om, beoordeelden het materialistisch in hun krankzinnigheid, niet analytisch-filosofisch. De ware zwakken waren in zijn ogen degenen die alle waardensystemen en wetten hadden opgezet in hun overmoed en machtslust om zo hun instituties op te richten. Het waren poppenkramen. Hoofdstuk 15. Het symptoom van de zelfvernietiging Nietzsche noemde als symptoom van de zelfvernietiging van hen die zichzelf niet wilden redden door de hogere filosofie : de romantiek die smult van literatuur maar geen aandacht besteed aan de diepere filosofie ervan. Alle veelgebruikte show-woorden van de romantiek zijn volgens hem slechts vlaggen, en geen realiteit. Het zijn aandachtstrekkers, zonder diepe inhoud. Er liggen
731 Online Touch Home