767

moet de filosofische oorlog gestreden worden. Hoofdstuk 38. Het Snelheidsgeweld op de Evangelische Snelwegen Een profetisch mens gaat soms door dorre periodes, wat nodig is om van alle valse zintuigen en valse zintuigelijke informatie wat zich in de loop van de tijd heeft opgehoopt los te komen. Het profetische leven moet verder ook aan allerlei voorwaardes voldoen, net zoals een televisie of radio alleen kan werken als alle techniek compleet is en er geen onderdelen missen. Het is de kritiek die ik heb op de latere Evangelische beweging die van de methodiek van de filosofie is afgeweken, van Wesley (jaren 1700) en Nietzsche (jaren 1800). Zo ontstond er een opwekkingsbeweging die wel heel opgewekt was. Het heilige pessimisme en nihilisme (Nietzsche) en het heilige perfectionisme, het completisme (Wesley) werd overboord gegooid, en de mens werd tot snelheidsduivel. Vaak wilde de mens niets of niet veel meer van het profetische afweten, want men had immers de bijbel en dat was voldoende. Toch waren er dan ook enkelingen die met profetie aan de gang gingen, maar ook dat moest snel snel, want de methodiek was verloren gegaan en moest verloren gaan, want het was voor hen een sta in de weg. Het profeteren werd tot snelkook-cursus en de grootst mogelijke ongelukken kwamen ervan, want het deed de mens volkomen uit de bocht slaan. Zo werd profetie tot een formule één spelletje, de profetische mens als autocoureur. Hierdoor, door snelheidsgeweld, klapten de hogere zintuigen nog meer dicht. De mens werd zo tot een rover van profetische items, en die werden dus helemaal uit de context gerukt en verdraaid, als een piratenbuit, omgesmolten goud. Het werd een tirannie. De sleutel tot het profetische leven is juist het afremmen, het aandacht geven aan de tussenstappen, steeds meer, totdat de mens tot de natuur is teruggekeerd, tot de natuurlijke processen. Als de mens alles in de versnelling gooit omdat de mens de eerste wil zijn, of gewoon niet kan wachten, dan is het profetische doel verloren. Het is juist een discipline van geduld, een school van vertraging en herhaling. De mens wil snelle feestjes, dikke spierbundels om gezien te worden en ontzag op te wekken. Een Nederlands schrijver schreef hierover dat dit min of meer een martiale onverschilligheid is die onvolwassenen afkijken van reclamefilmpjes van sterke drank, wat eerder medelijden opwekt dan ontzag. Gelukkig prikken er vele mensen doorheen, maar nog steeds is de Evangelische beweging die blijdschap als graadmeter ziet van het contact met God als een koersloos schip losgeslagen van de profetische kade. Zij die er doorheen prikken zien onzekere mensen die 'er bij willen horen', 'die iets willen voorstellen', en daarvoor over lijken gaan, en zo een karikatuur van zichzelf maken. Daarom zegt de Evangelische beweging ook vaak dat de wet er niet meer is, want nu leeft de mens vanuit genade. De wet heeft afgedaan. Natuurlijk heeft de lagere wet afgedaan, maar dat wil niet zeggen dat er geen hogere wet is, en die hogere wet is beslist niet genade, want zo wordt er nog niks opgelost, en kan iedereen maar aan blijven rotzooien. Hup, nog een drankje er tegenaan. De evangelische mens overdrijft teveel, ziet niet meer dat het meerdere hem opgeblazen heeft gemaakt tot het punt dat hij is ontploft. Juist het mindere is meer, en dat hele traject staat zelfs in de bijbel beschreven. Ze zijn niet eens bijbels, kennen hun bijbel ook niet, want alles is toch genade. De lat wordt niet hooggelegd. Wesley en Nietzsche zijn overboord gegooid, want zij waren spelbrekers. Nu eten ze alles uit blik. Ze zijn zichzelf tot wet geworden, de wetteloosheid, en daarom heb je ook vaak het idee dat je niet tot ze kan doordringen, want het zijn snelheidsduivels. Ze luisteren niet. Ze hebben een grote helm op, maar waar zal die helm hen tegen

768 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication