769

jaren 1800, en Wesley in de jaren 1700. Zoals de Gor boeken al stellen : 'de dikke goden worden in de stad aanbeden.' Er is een wereld van verschil tussen de Gor steden, waar vaak de dikke goden heersen, en de wildernis, waar vaak de vrouwen heersen, de panters, maar dat 'heersen' van de vrouwen betekent juist afzonderen, dieper de natuur in, opdat je niet meer in slavernij wordt genomen door de dikke afgoden. Het daadwerkelijke 'heersen' gaat over emancipatie, zelfdiscipline. John Wesley vocht met de Calvinistische afgod, en begon zichzelf steeds meer te zien als een heiden, omdat hem een groter mysterie werd geopenbaard, namelijk dat van een inclusieve God die niet keek naar iemand's religie, maar naar iemand's hart en daden. Teveel religie maakt de mens krankzinnig, zei John Wesley. Hij zag dit steeds meer, en werd steeds zieker van het orthodoxe christelijke geloof. Hij haatte het. Vandaar dat dit een nodige reformatie was na Luther. Hoofdstuk 39. Geloven is bullshit Om het even heel plat te zeggen : Geloven is bullshit. Het gaat om persoonlijke ervaring, maar omdat er zovelen beweren persoonlijke ervaring te hebben gehad en elkaar ALLEMAAL tegenspreken moeten we tot de conclusie komen dat de heilige gebondenheid de enige weg is, TENZIJ we spelletjes willen blijven spelen. De mens wordt voortdurend geprogrammeerd, gemanipuleerd en bedonderd. Daarom moet de mens de diepste dood aan zichzelf sterven en dan door de natuur opstaan. Dat is het ware Jezus principe en dat is het robotisme, oftewel het Wesleyaanse perfectionisme, waardoor je niet meer kan zondigen, wat ook weer terugkomt in de Johannes brieven. Het leidt helemaal terug tot Jeremia. Het leidt terug tot de wildernis. Hoofdstuk 40. De Siberische Reformatie Het christendom is één en al zelfverafgoding en daarom kom je met atheisme tegen dat soort valse afgoden vaak veel verder. In de zelfverloochening moet je verlangen naar de eeuwige dood, anders kun je het ego niet breken, en dat komt juist terug in het atheisme. Deze eeuwige dood is niet te vinden in vuur, maar in ijs. Het christendom is een vurige klaagziekte, maar het zal geheel vergaan wanneer het blootgesteld wordt aan de ijsmonsters van een diepere prehistorie. Egypte is hierin een tussenstation. De ijsmonsters van de eeuwige dood moeten ermee afrekenen, en dit is iets filosofisch en niet eens zozeer geestelijk. In Rusland vinden wij deze echo terug van de filosofie van het oerijs. Dit is het ijs wat nog kan redden, en alles wat gered zal worden is maar een vonk. De natuur is van een hogere complexiteit en de mens zal geheel erin vergaan. Alleen het andere zal

770 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication