vrouw, in gevecht raakte met een reuzenslang. Met zijn hamer vermorzelde hij de kop van de slang, maar verloor toen zijn hamer. De slang en de hamer vielen ter aarde waar het Uddelermeer onstond, wat vroeger veel groter was, maar later werd ingepolderd. Donar zelf was gebeten of bedwelmd door het gif van de slang, en viel ook ter aarde, waar het Bleke meer ontstond. Het is verbonden aan Genesis 3 waar er tot de slang gesproken wordt : 'En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.' In het Oudnederduits (Noord-Duitsland, Noord-Oost Nederland) heette Donar ook Thunar. In een droom zag ik de verschrikkelijke slang eens naar beneden vallen, uit de hemel, en waar hij viel was een groot meer in natuurgebied. In dit natuurgebied waren zogeheten brugboten, een soort bewoonbare metro's die over hele hoge bruggen gingen door het gebied, dus hele hoge spoorwegen, wat verbonden is aan het Apeldoorn gebied. De brugboten waren heel breed, want er waren ook zaaltjes in en woningen. Er waren ziekenhuizen en bejaardencentra in de brugboten bijvoorbeeld. In ieder geval moesten de appels van de eeuwige jeugd gekocht worden met het rijngoud, het rode bloedgoud op de bodem van de Rijn. Als de mens dus klaar is met het Arnhem mysterie en het Nijmegen mysterie, en door de Betuwe, over de Maas heen, tot het mysterie van Noord-Brabant is gekomen, moet men met het filosofisch gewonnen Rijngoud gaan tot Apeldoorn, tot de appelboom van de eeuwige jeugd, de boom geplant aan waterstromen. Het verhaal van Europa gaat dan verder in Amerika waar een deel van hen naartoe ging, ook naar Michigan. Dus men gaat tot het bos, maar men komt niet daadwerkelijk tot het bos, omdat de mens tot het filosofische bos moet gaan. Men gaat dan naar de winkel, maar men komt niet daadwerkelijk tot de winkel, want men moet tot de filosofische 'winkel' komen. De mens moet niet tot het object komen, maar tot de verborgen ervarings-wereld erin. Men moet het roosterwerk, de matrix, dus eerst even schudden. Ik kwam tot de buitenplaatsen van Apeldoorn al vroeg in mijn leven, want Beekbergen was altijd het overgangsgebied tussen de lagere school en de middelbare school. De zesde klas van de lagere school ging namelijk altijd naar Beekbergen op vakantie-kamp, ter afsluiting van de lagere school. En dan was er het spel genaamd 'vossenjacht' in Beekbergen, waarin je op zoek moest gaan naar het verborgene achter de vermomming, want de 'vossen' waren allemaal verkleed en begaven zich tussen de mensen die niet meededen met het spel. Toen in Hoenderloo woonde een Evangelische leraar van mij, met wie ik ook persoonlijk contact had, en ik was weleens bij hem thuis geweest, wat een overgang was tussen de middelbare school en de Evangelische Bijbel School in Doorn. Toen kwam ik op de Centrale Pinksterbijbelschool het jaar daarna, en raakte ik steeds meer geinteresseerd in de demonologie, waarvoor op de CPB niet veel ruimte was, maar dus wel in hun bibliotheek, want daar stonden zulke boeken tussen, dus ik was meer in de bibliotheek dan in het klaslokaal, ook omdat ik veel te depressief was om de lessen te volgen. Ik was in een grote geloofs-crisis terechtgekomen. Ik moest loskomen van het orthodoxe geloof, en daar hielp de demonologie mij mee, en ik kreeg een lerares demonologie in Uddel, gemeente Apeldoorn dus. Toen had ik het snel gehad met de CPB en kwam in Amsterdam terecht. In het gevecht met de slang, zoals Thunar, het zaad van de vrouw, verbrijzelen we de kop met de hamer, maar verliezen we de hamer dus, en vallen ook zelf ter aarde, daar waar het Bleke meer is. Ik had hier ook dromen over dat ik in een watergebied viel, en er waren vele lagen van wateren, en het was heel moeilijk hieruit te komen, want je gleed telkens weer weg, dus het moest op een natuurlijke manier gaan, en toen uiteindelijk kwam ik aan land, en zo tot Apeldoorn zelf, waar natuurwoningen waren, en veel boeken. Dan in het Amerikaanse Apeldoorn, Michigan, wonen de anishinabeg indianen in verschillende stammen zoals de Ojibwe, Ottawa en Potawatomi. Anishinabeg betekent 'zij die ontstaan zijn vanuit het niets', en zo voelde ook dat water aan waarin ik lag, in allerlei laagjes. Je kwam er niet zomaar uit, want het was het 'niets'. Het water was als
797 Online Touch Home