829

ook deel mag hebben. In hoofdstuk 5 van Berachot wordt beschreven dat wanneer een mens zal bidden, contact maken met God, dan moet de mens dat in nederigheid doen, en eerst een uur stil zijn voordat hij zijn mond opent, zodat hij zich eerst geheel op de juiste bron kan richten, opdat hij in zijn gebed ook door de juiste bron geleid wordt. Eerst moet er namelijk verbinding in het hart komen met God voordat je gaat bidden, want anders zou je bidden vanuit je vlees. Natuurlijk is dit symbolisch. De mens moet eerst leren luisteren, leren af te stemmen, voordat hij zijn mond open trekt. Bidden is vaak zelfbedrog, maar luisteren kan dit voorkomen, en luisteren betekent in diepte dat je je richt op de tussenstappen, zodat je geen belangrijke stappen overslaat. Dan staat er dat als de koning zou langskomen dan zou je niet groeten, en al zou er een slang zich om je enkel heenslaan, het zou je niet moeten verstoren. Dit laat zien hoeveel afleiders er kunnen zijn als we in contact willen komen met de hemelse bronnen in onszelf. Er zijn veel krachten die ons hierin willen beinvloeden, zodat we niet meer naar de hemelse natuur luisteren. Er zijn veel afleiders. Daarom moet de mens dus zo diep de stilte ingaan totdat al het andere van ons losknapt. Het uur van stilte is een symbool van de volkomenheid. Trek je mond niet los voordat je op de hemelse bron bent aangesloten, totdat je stilte volkomen is geworden. De mens is geroepen geinspireerd te leven. Zo niet, dan zullen andere krachten de mens leiden. Bidden betekent dus communiceren met de innerlijke natuurbron, als een kind die aan de borst ligt. Staat de mens open voor de hemelse opvoeding ? Dan moet de mens eerst stil worden, van de hemelse melk drinken, en niet zomaar spreken en rondrennen. In het verhaal van Maria en Martha zat Maria dichtbij God om naar God te luisteren, die in hun huis was gekomen, maar Martha rende allemaal rond om het iedereen naar de zin te maken. God zei toen dat Maria het beste deel had gekozen. God is dus een werkwoord voor de natuurbron die zich diep in ieder mens bevindt. De mens is het huis van deze natuurbron, van God. Eerst moet de mens dit binnennemen en er gevoelig voor worden en blijven, opdat dit werk ook door de mens heen mag vloeien naar andere mensen toe. Daarom gaan we in ons leven soms door moeilijke tijden heen opdat we leren luisteren, leren dieper in onszelf te gaan op zoek naar die natuurbron, opdat we gevoeliger ervoor worden. Hoe gevoeliger we daarvoor worden, voor die natuurbron, hoe ongevoeliger we worden voor de vleselijke meningen en vleselijke wensen van de ander die ons van dit pad wil afleiden. Ook al is het de koning, je buigt niet voor hem, en ook al is het een slang, je laat het je niet tegenhouden met God in contact te blijven. Je laat je niet uit je stilte trekken. Dat wil niet zeggen dat het je geen pijn meer kan doen. Integendeel. Soms wordt de pijn nog wel erger als je besluit het goede te volgen en naar het goede te luisteren. Maar het blijven in de stilte betekent dat je volhard in je goede beslissing om te luisteren naar de natuurbron, en van de natuurbron te drinken. Hoofdstuk 19. De Onderliggende Lagen van het NT - Anubis, de Wachter en Gids van de Talmoed Deze maatschappij is zo ingericht dat de mens wordt aangespoord om met een ander mens te trouwen, allemaal voor een markt, maar God, de Gnosis, oftewel de hemelse kennis, is voor hen gebakken lucht. Als eerste moet de mens een relatie krijgen met de hemelse natuurbron, met gnosis,

830 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication