Hoofdstuk 25. Het Mes van Ra en de Godinnen van de Talmoed Israel is één van de meest vegetarische landen, en Tel Aviv wordt weleens de vegetarische hoofdstad van de wereld genoemd. Veel Joden zijn vegetarisch. Ze weten dat de shechita, de slachtwetten, niet letterlijk zijn, maar metaforisch. Er zijn zoveel ingewikkelde slachtwetten dat je er duizelig van zou worden, en al gauw zou het als piggul bestempeld worden, oftewel een gruweldaad. Een klein foutje en je zou schuldig staan aan zware godslastering, en dat is maar goed ook. De teksten gaan over psychologie en demonologie, en de gevolgen daarvan zijn gewoon te zwaar als men daar fouten mee maakt. Daarom is studie de enige weg, oftewel talmoed, de hemelse studie. Ook ligt er het gevaar van de nosar, het eten van een offer na de verstreken tijd, wat dus ook 'te laat' betekent, luiheid, ondermoed, verwaarlozing van de demonologie. Het aardse vlees eten is ook een vorm van piggul en nosar. Het is zwaar misbruik van de shechita. Het ware offeren is in het boek Chullin van de Talmoed beschreven als de besnijdenis (van het hart). Het is weer het verhaal van de balk en de splinter. De besnijdenis is de introspectieve psychologie, en waar dat niet gebeurt begint de mens te projecteren, en raakt verstrikt in piggul en nosar. De slachtwetten in het boek Chullin zijn zo absurd, langdradig en ingewikkeld dat Israelieten alleen daarom al vegetarisch leven, en het laat ook zien dat er iets veel belangrijkers is dan rechtvaardigheid, en dat is kennis en studie, want in deze wereld lijden wij onrecht, en dat heeft een bedoeling. De slachtwetten waren dus metaforisch voor besnijdeniswetten waardoor de mens loskomt van het vlees, van de zonde en allerlei leugenachtige projecties. Door de slachtwetten gaat de mens de vermindering in. Het is tegen hemzelf gekeerd. De mens moet het mes leren kennen, de chullin. Zoals de talmoed metaforisch verpersoonlijkt is als een godin, zo zijn ook de afzonderlijke boeken zoals de pesachim en de chullin godinnen. Het gaat erom een levende relatie met die boeken te hebben opdat je ze niet verkeerd interpreteert. Het gaat dus om de hemelse kernen van deze boeken. De chullin leidt helemaal terug tot de ragnarok van de oertijd, de tahulen. Deze natuurwetten waarmee de mens is omringd zijn bedoeld om de mens te verwarren, zodat de mens niet overmoedig wordt, maar voorzichtiger en voorzichtiger. Het mes is op de mens zelf gericht, niet om de mens te vernietigen, maar om de mens te bevrijden van het ego, van de onwetendheid. Het mes zal zo de mens leiden, en de mens zal leren het mes te hanteren. Dat is ook wat de oerletter R is in de oer-hieroglyphen. De letter staat voor de psalmen, maar de hieroglyph van deze letter is een mes of iemand die een mes hanteert. R, Rw, Ra, ging door de onderwereld opdat zijn ego afgesneden zou worden, opdat hij wedergeboren zou worden. Ra is zowel een schepper als een oorlogsgod. Er is geen schepping zonder geestelijke oorlog. Eerst is het mes op Ra zelf gericht, om hem van de geprojecteerde vijanden te verlossen, en pas daarna leert hij het mes te hanteren, dus nadat hij het mes zelf heeft gevoeld, om vervolgens in het mes te veranderen. Het mes staat dus nooit op zichzelf, maar gaat dus altijd door deze fases heen, om misbruik te voorkomen. Het mes is er niet om de mens te vernietigen, maar om de mens te tuchtigen, te beveiligen. Daar gaat ook het boek Spreuken over, oftewel het boek Mishle in het Hebreeuws. De mens moet allereerst de werken van het mes aanvaarden. Het mes is de ouders, en later ook de levenspartner. De mens moet een relatie aangaan met het mes, het mes leren kennen. Het valse mes moet overwonnen worden. Dit is een ontmaskerings-proces wat plaatsvindt in de studie.
841 Online Touch Home