862

worden. In het spel worden alle nodige onderdelen zichtbaar, en het uiteindelijke kunstwerk. Zij leidt tot het rode, het verhaal. Het verhaal is erg communistisch, in tegenstelling tot racistisch, want het verhaal laat de archetypes zien die zich in iedereen bevinden. Dingen worden niet meer horizontaal beoordeeld, maar vertikaal, hermitatisch, oftewel door de hoge zelfverwezenlijking in plaats van door laagblijvende projectie.' Het communisme legt namelijk de nadruk op de gelijkheid en het principe, niet het persoonlijke. Daarom gaat niemand in principe afzonderlijk door dingen heen. Er is altijd het rode glas van de verhalen, maar dit wordt schijnbaar persoonlijk in het spel, wat het mysterie van de vrouw met de witte laarzen wordt genoemd in de Vur. Als wij te diep in het spel zijn verdwaald worden wij altijd weer teruggeroepen tot het rode, wordt alles weer achter het rode glas gezet, achter het beeldscherm, als het kijken naar een verhaal, als het lezen van een boek. Dan worden wij weer opgenomen door de grote metafysische machines van het metaforische communisme. Dit proces wordt ook beschreven door boek 19, de Golf : 8. Zoveel pijlen schieten er door mijn hoofd. Ik verlies mijn zicht. Ik kijk naar mijn hersenen, als naar bloesem, Ik ben niet meer in de zee. Dromend glijd ik in een oerwoud, als aan de drugs, maar het brokkelt af in mijn handen, totdat alleen een rode lijn overblijft. 9. Rood zover het oog reikt, die rode lijn, Als een rood pad door de wildernis. Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. 10. De nachtmerrie brak zij af. Zij was één van de vier pijlen. De vrouw met de boog had zo lang aan haar gewerkt. Dagen en nachten was zij bezig haar te decoreren. Zij maakte de juiste insnijdingen, de juiste bochten. Deze pijl was haar paspoort en sleutel. Dit is allemaal ingebouwd in de natuur. De mens leeft altijd in de context van de hogere kennis, de Vur. 13. Maar soms kwamen de herinneringen terug, als grote oorlogen. 14. Ik nam alles aan wat ze zei. Zij was mijn religie. Zij was de derde pijl. Maar het was nog steeds in mijn hoofd. Alles draaide.

863 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication