fatalistisch mee omgaan. Dit is dus de diepere achterliggende psychologie van het spotkleed van Jezus, en ook de diepere psychologie van het sprookje van Roodkapje. Alles gaat eerst door de roddel lens heen, opdat de heiligen getest worden en getraind in het ontcijferen van de waarheid. Hoofdstuk 40. De Psychologie van de olifant De olifant is iets verwilderds door de paradijselijke lens, als een heenwijzer, een principe waarnaar de mens moet terugkeren, en dit waren zwaar demonologische principes. De mens is door de paradijselijke lens afgeweken tot de andere kant, en alles begon zich te splitsen en op te delen. Nu is de mens in het materiële blok opgesloten en zit muurvast. In India is de olifant nog steeds een vereerd natuur-icoon, maar wat stelt het voor ? De olifant werd geschapen vanuit het vuil van de natuur, vanuit de aarde. Het waren de fallische paradijselijke spieren. Maar hoe werkten deze voortijdse pezen ? Ze ontweken 99% van alles wat op hen afkwam. Ze hielden zich niet bezig met afleidende bijzaken, maar leefden vanuit minimalisme en diep geestelijke bronnen. Niet-fallische spieren zijn materialistisch en reageren voortdurend op alle materialistische prikkels. De olifant is het lift-orgaan, het droom-orgaan. Het was in de latere oertijd een symbool van de vissersgodin. De slurf beeldde het net uit en het uitwerpen van het net. Maar het komt dus van veel diepere demonologische principes. Het zegel van de olifant moet verbroken worden. Het was een na-paradijselijke heenwijzer. Hoe werkt het ? Het is het etappe-minderen. Er komt een heleboel op je af, en daar sluit je je voor af, en neemt er maar een deel van, of symbolisch 1 %. Dus je hebt je wanden gebouwd, en er breekt nog een klein deel door die wanden heen, dus daar ga je mee verder. Je neemt het ding in je handen, en neemt daar ook maar een heel klein deel van waar je mee verder gaat, want je kan niet alles zomaar in één keer weggooien. En van dat kleine deel neem je daarna ook maar een heel klein deel, en ook van dat deel neem je maar een heel klein deel, of als je wanden bouwt komt er nog maar een heel klein deel ervan binnen, en daar ga je mee verder, ook weer verminderend in etappes, dus het ding wordt steeds kleiner. Dit wordt in de demonologie ook wel het rijgen genoemd. Je rijgt met steeds kleinere kralen, en komt zo door diepere droom-portalen. Telkens als er nog iets door de wanden heenbreekt dan is dat bruikbaar, herbergt het nog iets wat je nodig hebt, at het dan ook is. Het kan een herinnering zijn die je telkens weer sloopt of nekt, die je stalkt. Neem daar dan een heel klein deel van, en ga verder. Je laat dus steeds meer los, in etappes, totdat je bij de kern aankomt die je nodig hebt en die bij je zal blijven, de diep afgepelde principes van het paradijs. Dat is symbolisch het vissen. Je haalt telkens maar een paar vissen uit die gigantisch grote zee. Alles wordt dus uitgefilterd. Dit rijgsysteem kwam dus terug in de jaren 1800 door de predikkingen van Darwin, die de natuurlijke selectie leerde. Telkens wordt er maar heel weinig van iets genomen, of enkelingen van de massa's, en daar ga je mee verder, specialiserend, variërend, door ingewikkelde code-systemen in natuurpatronen. Er worden dus geen dingen vanuit het niets geschapen als een tovenaar, maar door
868 Online Touch Home