878

Het heeft de oorlog uitgedoofd. Men strijdt niet meer voor het volk. Men is op zoek naar snelle religieuze zelfbevrediging. Telkens weer waarschuwen wij dat sexualiteit een onderdeel van de demonologie, van de geestelijke oorlog dus, behoort te zijn, of het nu letterlijk of metaforisch wordt gebruikt. Bezint eer ge begint. De ijdeltuiten dus, je ontkomt er niet aan, maar je moet het verdiepen tot de gnostische vorm. Zo is dat met alles eigenlijk. Niet ontsnappen uit de kooi, want dat is onmogelijk en bedriegelijk, maar dieper in de kooi gaan, en dan kom je vanzelf tot de sleutel. Wees dus een geestelijke boeienkoning, een geestelijke Houdini. Werp het kruis niet te snel van je af, want daarmee verlies je ook de sleutel. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Ruh, richting in het Aramees. Het begon al in Egypte. Egypte was onderverdeeld in Opper Egypte, het hogere land in Zuid, en Lager Egypte, het lagere land in Noord, in het delta gebied en Middellandse zeegebied. B'taat (Bast, Ubast, Bastet) was de oorlogsgodin van Lager Egypte in Noord, en Sekhmet was de oorlogsgodin van Opper Egypte in Zuid. Zij werden vaak voorgesteld als leeuwinnen, en half leeuw, half mens. Sommigen namen de tucht van B'taat niet aan, wilden het kruis niet dragen, en zo werd zij meer en meer voorgesteld als een kat van het huis van vermaak, en verloor zo meer en meer haar oorlogskarakter. Dit schandaal was al een voorloper van Toronto, een werk van TEDO. Het is dus goed om terug te gaan tot de oorsprong van B'taat, als zijnde de b (hart) van taat (thoth, duaty, tuaty, het archief). B'taat betekent dus het hart van het archief, het hart van het hemelse woord, of het hart van de ibis, of van de orkaanvogel. De nacht na de droom over TEDO had ik een droom over de komst van de oorlogsgodin B'taat, en zij raakte in gevecht met de spin. Het was een woeste oerkracht van de natuur die geopend werd, en er werden ook graven geopend waarin haar leger opgeborgen zat. Toen begon zij de steden in te nemen. Zelfs in de steden waren overal zulke graven, en zij werden geopend, en haar soldaten kwamen voort. Zij was een woeste oorlogsgodin als archetype van de natuur demonologie die was onderdrukt, verkracht, verdraaid, verloochend en ga zo maar door. Ik voelde de natuur openbreken. Het begon te stromen in Nunspeet en Ermelo. Ermelo heeft de RM wortel van de Egyptische krokodil, als de ark in de zondvloed, zoals Jeremia ook deze RM wortel heeft. B'taat nam alles in. Het was als een geestelijke natuur atoombom. Niemand kon het stoppen, en iedereen hield z'n hart vast. Zij is de onttroner van goden. RM is niet alleen de krokodil, maar ook de leeuw in het Egyptisch, rema, wat ook de opname betekent. Het Grieks baseerde zich zwaar op het Egyptisch. Rhema komt veel voor in de Griekse grondtekst van de bijbel, als het gesproken, profetische woord als bron van leven. Niet alleen van voedsel leeft men, maar van elk rhema woord ( Mat. 4:4). En rhema moet in de mens komen. De Egyptische re wortel betekent mond, en re bracht het woord van God door de mond tot de aarde. De logos, thoth, gebruikt hier dus re voor, of ruh in het Aramees, wat ook richting betekent, en in het Egyptisch betekent het ook kanaal. Het Griekse rhema komt ook van het Griekse rheo, uitgieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging.

879 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication