des Heeren. Paulus, de hongerende, moest eerst tot Damascus komen, om door deze vreze geslagen te worden. De ware vrucht van het hongeren is de heilige gebondenheid, zoals Johannes geheel door de hemelse vrouw werd ingenomen, wat ook de wortelbetekenis is van zijn naam (chanan-chanah). Dit beeldde ook de ballingschap uit waarin Johannes verkeerde op het eiland Patmos. Ook Paulus was al in deze gevangenschap waarin hij de Filippenzen brief schreef. De dronkenschap kan alleen worden opgeroepen en veilig gesteld worden door de heilige gebondenheid. In Filippenzen 4 heeft Paulus een soort Johannes ervaring : 12Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. 11Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. Hij heeft geleerd dankbaar te zijn en tevredenheid te vinden in het hongeren, in het minderen, de waarde ervan gevonden. Hij heeft deze sobere dronkenschap in de natuur gevonden, zoals Johannes de vrouw op het beest tegenkwam in de wildernis. 18Nu is alles voldaan en ik ben rijkelijk voorzien; alles is aangezuiverd. Hij heeft hier een Messiaans 'alles is volbracht' moment. Paulus heette oorspronkelijk Saul, zijn Israëlitische naam (van Selah), wat in de wortels het raadplegen van een orakel betekent. De mens moet deze balans leren vinden tussen Geheim en het Woord, de twee vruchten van kennis. Dit zijn de twee facetten van de kennis die de mens moet blijven vereren. Paulus moest dus heel diep in gevangenschap om dit orakel van Filippi te kunnen raadplegen. Het is dus belangrijk te beseffen dat als men een filosoof wil zijn, een wijsgeer, dan moet men ook een filomuo zijn, een liefhebber van het geheim, van de stilte, waarvan de filo-hippoi, filippi, de liefhebber van het beest, een beeld is. En dan moet de mens dus ook een filo-peinao zijn, een liefhebber van het hongeren, wat overigens van penes komt, arm (vgl. het mannelijke geslachtsdeel, penis, de arme, de hongerende), en peno, het zwoegen voor het dagelijks levensonderhoud. Al deze karakters zoals Jezus, Paulus en Johannes zijn natuur principes van de geheimen van de vruchtbaarheid en het eeuwig leven, het bestaan op zich. Letterlijk betekent de filo-hippoi (filippi) de paardenliefhebber, wat we ook weer terugzien in Openbaring 6, de opkomst van de paardenruiters. In het Aramees kan het paard ook vertaald worden als wildernis loopbrug, waardoor Filippi in dit opzicht ook de liefhebber van bruggen betekent. Het derde paard is dat van de honger. Telkens weer worden deze bruggen door beesten aangekondigd. Deze bruggen worden voor het volk gelegd, als orakels. En de Vur stelt : beide overkanten van de brug zullen branden. Er is alleen leven op de brug (112:5). Aan de beide overkanten van de brug waren oorlogen, waarin het ego moet afsterven. De tweede ruiter, of beestenrijder, in Openbaring 6 is die van de oorlog, het rode, als beeld van de besnijdenis. En dat moet ook wel, want zonder de besnijdenis kan men niet de brug op. Het leven is dus te vinden in het mengsel. Het is niet alleen maar hier of daar, maar er ergens tussenin. De vierde ruiter, of beestenrijder, is die van de dood, van de dood aan het ego.
910 Online Touch Home