aan de Nijl delta. In Openbaring 17 was zowel het beest rood als de vrouw, die gehuld was in rood. De letter N werd in de voor-dynastische tijd uitgebeeldt door de rode kroon, en in het latere oude rijk werd dit uitgebeeld door een waterstroom. Het is de kroon van het rode wildernis land, ook wel deshret genoemd, waar het Amerikaanse woord voor woestijn uit voorkomt : desert. In het boek Filippenzen in de westerse vertaling staat er veel dat men zich moet verblijden, en sommigen zien blijdschap zelfs als graadmeter om te zien hoe vol iemand is van God. Maar in het originele Aramees staat dit er helemaal niet. Er staat letterlijk : bloei met genoeg groen, oftewel : blijf groeien. Een heleboel mensen vertonen blijdschap zonder groei, of hun geestelijke groei gaat er zelfs door achteruit. Ze worden oppervlakkig en onderscheiden niet meer. Ze hebben hun kritische oplettendheid verloren. Wel geven ze degenen die dan niet blij zijn zoals hen de zwarte pieten kaart. Hoofdstuk 57. De Egyptische Filippenzen - De Natuur Filippenzen De christelijke tuin om ons heen gaat niet zomaar weg, maar we kunnen het wel ordenen en verdiepen, als doorgang tot de wildernis. Het is potentieel creatief materiaal, en wij kunnen de tuinieren zijn. Het NT loopt via het Aramees terug naar het Egyptisch, waar het vandaan komt. Vandaar dat ook de Filippenzen brief oorspronkelijk Egyptisch is. 1:1 - Paulus en Timoteüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen. Het woord 'dienstknecht' is abad in het Aramees, de taal van Jezus, een dochtertaal van het Egyptisch, wat komt van het Egyptische abata met dezelfde betekenis. Ook de Egyptische wortel uba betekent dienstknecht, en uba betekent ook openen en penetreren, het binnengaan van een vreemd land. Het woord is in de Egyptische taal ook verbonden aan de metaforische sexualiteit die de relatie met God uitbeeldt. 1:2 - Tucht tot volmaaktheid zij u en vrede. Vrede is in het Egyptisch de dagelijkse leiding door een dagboek. 1:3 - Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk. Voor de Egyptenaren is het geheugen de hemelvaart na de lange nacht van de vergetelheid. 1:4 - immers, in al mijn gebeden bid ik telkens voor u allen. Gebed is b-t in het Aramees, van het Egyptische n-t, wat hongeren en minderen betekent (n-t, nehet, nwt), en wat de betekenis is van het bidden. Een ander woord voor gebed is speru, wat ook de naam
912 Online Touch Home